Scheefwoners: het zijn volgens sommige liberalen nèt geen asocialen. Maar het scheelt toch weinig. Ze doelen dan op goedkope scheefwoners : bewoners van sociale huurwoningen die niet tot de primaire doelgroep van de woningcorporaties behoren. Het is een opmerkelijk staaltje effectieve framing. In de tijd dat het woord scheefwonen in zwang kwam, ruim 25 jaar geleden, werd het gebruikt in de betekenis: huurders met een laag inkomen, die -bij gebrek aan betaalbaar alternatief- in een te duur huis wonen. Tegenwoordig worden zij in vakkringen aangeduid als dure scheefwoners.

Lauwerecht 101: sociale huurwoning van corporatie Mitros, op 18 november 2015 aangeboden voor een huur van €712,93 (net onder de liberalisatiegrens). Een alleenverdiener met twee kinderen en een belastbaar inkomen van €45.000 (is netto ca. €2.400/mnd) is volgens de definitie van het kabinet een goedkope scheefwoner. Toch is deze huurder bijna 30% van zijn netto inkomen kwijt aan huur. Is dat weinig?
Lees verder “dossier scheefwonen”