Kernenergie heeft drie grote risico’s: het vrijkomen van radioactief materiaal door een ongeluk of sabotage; het misbruik van de splijtingsproducten voor het maken van een kernbom, en de verspreiding van radioactief materiaal door problemen bij de afvalopslag. Door de ontwikkeling van de techniek lijken de risico’s bij een volgende generatie kerncentrales een stuk kleiner te worden, maar voorlopig zijn dat nog slechts beloften. Ook draaien kerncentrales altijd op vol vermogen (basislast), dat is lastig te combineren met een groeiend aandeel duurzame energie. Daarvoor heb je juist flexibele centrales nodig. Tenslotte wordt de restwarmte van kerncentrales (50% van de opgewekte energie) geloosd op het oppervlaktewater.

Per saldo vindt de SP het op dit moment niet verstandig om te investeren in een nieuwe kerncentrale. In plaats daarvan zou er prioriteit gegeven moeten worden aan energiebesparing en duurzame energie. Wel is het verstandig om publieke middelen te blijven investeren in onderzoek naar kernenergie. Het lijkt erop dat op afzienbare termijn veilige en energiezuinige kerncentrales beschikbaar komen. Dat zou een nuttige transitietechnologie kunnen zijn in de periode dat we overschakelen naar een duurzame energiehuishouding.
Het artikel Kernenergie: hollen of stilstaan? (Spanning 11/2008) geeft een compacte samenvatting van onze visie.
Lees verder “Dossier kernenergie (2007-2014)”