(interview door Tessa Heerschop in Schuttevaer, 7 december 2024)
Als de overheid niet snel met een beleid komt om veerponten te behouden, dreigen veel heen-en weers de komende jaren te verdwijnen. Oud-politicus en bestuurder Paulus Jansen zet zich in voor de Veerpontencoalitie (VPC): ‘In de jaren ’90 begon de ellende. Wij willen samen een vuist maken en de landelijke politiek wakker schudden. De exploitatie staat in veel gevallen onder druk door krakkemikkige bestuurlijke samenwerking en afschuiven van verantwoordelijkheden.’
In het SER-energie akkoord (2012) is afgesproken dat bedrijven en instellingen (ziekenhuizen, scholen, musea) met een energieverbruik boven 50.000 kWh/jr of 25.000 m3 gas/jaar -dat zijn er ca. 90.000- zich inspannen om hun energieverbruik te verminderen. Dat had in 2020 een besparing van 33 Petajoule moeten opleveren. De Algemene Rekenkamer zocht uit of dat doel gerealiseerd is. Hun conclusie: “De minister weet niet of het doel is gehaald, maar wij achten het onwaarschijnlijk dat dit is gelukt.”
Ruim zes jaar geleden werd ik bestuurslid, kort daarna voorzitter, van het Museum van Zuilen. Dat is een karakteristiek voorbeeld van cultuur met een kleine c, ontstaan door het initiatief van een enthousiasteling in de wijk. Met een aanpak die kan rekenen op grote steun in Zuilen en ver daarbuiten. Sindsdien doe ik rechtstreeks ervaring op met cultuurbeleid, in dit geval in de gemeente Utrecht. Ik heb er geen hoge pet van op.
De reünie Zuilen “70 jaar met pensioen” ter gelegenheid van de 70e verjaardag van de annexatie door Utrecht trok begin dit jaar 450 deelnemers
Het Museum van Zuilen draait op dit moment voor 100% op vrijwilligers. We besteden aandacht aan de historie van Zuilen, dat tussen 1910 en 1950 groeide van 1.000 naar 26.000 inwoners, met name door de komst van de grote spoorindustrieën Werkspoor en Demka. Daarnaast is er veel aandacht voor volkscultuur: de historie van verenigingen, winkeliers en bedrijven in de wijk. Maar we maakten ook een tentoonstelling over de migratie naar Zuilen na de vestiging van de grote spoorwegindustrieën. Op dit moment loopt een tentoonstelling Bouwen voor de Buurt, over de rol die woningbouwverenigingen speelden bij de voorziening in betaalbare woonruimte.
Ook de werkwijze van het museum is bijzonder: veel van de activiteiten vinden plaats buiten de museumruimte: straatreünies, tentoonstellingen op locatie (bv in de wijkbibliotheek), wandelingen, lezingen. En de ideeën voor activiteiten komen vaak uit de wijk en worden uitgewerkt in samenwerking met vrijwilligers en organisaties uit de wijk.
In de beginperiode werd het museum gefinancierd door een combinatie van donaties (we vragen geen entreegeld) en een jaarlijkse financiële bijdrage uit het initiatievenfonds voor de wijk Noordwest. Dat laatste werd in 2021 verboden: het fonds was bedoeld voor eenmalige initiatieven, niet voor structurele activiteiten. OK, kan ik me iets bij voorstellen. Om deze reden werden we gedwongen om mee te gaan doen met de vierjaarlijkse subsidieronde in het kader van de cultuurnota. Een bureaucratische blackbox, die ons als vrijwilligersorganisatie een jaar lang zwaar belastte met papierwerk en ook de structurele verantwoordingslasten voor het bestuur verveelvoudigde.
Nog een bijzondere tentoonstelling, ter gelegenheid van 100 jaar Van der Wal transport. Een van de grote bedrijven in Utrecht/Zuilen, met 600 vrachtwagens op de weg. Het personeel kwam massaal kijken bij de opening.
Het goede nieuws was dat onze aanvraag voor de periode 2021-2024 in de prijzen viel. Dat geld hebben we goed besteed. We zijn verhuisd naar een nieuwe museumruimte in het Werkspoorkwartier, gesponsord door de eigenaar van de Werkspoorfabriek Overvecht Vastgoed. De museumruimte en het depot zijn nieuw ingericht, waarmee de kwaliteit van de presentatie sterk is verbeterd. We hebben geinvesteerd in onze vrijwilligers, waardoor deze veel meer verantwoording hebben gekregen bij de uitwerking van initiatieven. In alle Zuilense straten van voor 1954 zijn QR-tegels neergelegd, waarmee bezoekers en bewoners informatie kunnen ophalen over de historie van hun straat. De website is geheel vernieuwd. Audio en video zijn veel belangrijker geworden bij onze tentoonstellingen. Er zijn meer voorzieningen voor bezoekers met een beperking. In een periode van vier jaar -inclusief een COVID lockdown van een jaar- heeft het museum een enorme ontwikkeling doorgemaakt. We publiceren op onze website een jaarlijks verslag over onze activiteiten, inkomsten en uitgaven: lees hier het verslag over 2023 .
En toen kwam de nieuwe cultuurnota Kleur bekennen. Met een programma van eisen waar je als vrijwilligersorganisatie grijze haren van krijgt. En een externe commissie van 32 (…) personen die de aanvragers van subsidie op hun merites ging beoordelen. Niet op hun prestaties, maar op hun mooie voornemens voor de nieuwe periode 2025-2028. Ondanks de prestaties werden we deze keer door de commissie te licht bevonden. Ook een vervolgaanvraag voor een tweejarige bijdrage werd vorige week negatief geadviseerd, waarbij de adviescommissie niet eens de moeite nam om langs te komen.
De verantwoordelijken voor het cultuurbeleid, het college van burgemeester en wethouders en de gemeenteraad, verschuilen zich -tot op heden- achter de commissie. “Die heeft er verstand van en is onafhankelijk.” Als oud-wethouder van deze mooie gemeente vind ik dat een staaltje politieke lafheid. Het staat bovendien haaks op het mondeling en schriftelijk beleden beleid dat cultuur in de wijken super belangrijk is en dat er meer gedaan moet worden voor en met doelgroepen die nu nauwelijks bereikt worden. Dat is de kernactiviteit van ons museum! Iedereen die wil vaststellen of deze claim klopt moet gewoon af en toe eens binnenlopen bij een van onze activiteiten, in plaats van blind te varen op de opvatting van een stelletje cultuurbobo’s. Die zelfs te beroerd waren om langs te komen.
Het Planbureau voor de Leefomgeving publiceerde eergisteren het rapport Beleid maken voor (flex)wonen . Natuurlijk zijn de auteurs beleefd, maar tussen de regels door klinkt zorg over de ondoordachte manier waarop besloten is om 15.000 flexwoningen te gaan bouwen. Wat overigens in de verste verte niet lukt.
Zondag 8 september, rond vier uur: voor Het Kleine Veer bij Hattem staat zowel aan de Zwolse als de Hattemse kant een enorme rij fietsers en wandelaars te wachten om over te steken. Toch gaat het pontje vanaf 27 oktober weer voor een half jaar (tot 20 april) in de mottenballen. Waarom zijn overheden zo weinig creatief?
De fietsfile aan de Hattemse kant van de IJssel …
Pontjes zijn nuttige schakels als je in ons waterrijke land duurzame recreatie wil bevorderen. Ze maken het mogelijk om een route te volgen langs kleine paden en binnenwegen, in plaats van het lawaaierige fietspad langs de provinciale weg richting de brug tien kilometer verderop. Dat snappen de meeste gedeputeerden en wethouders inmiddels ook wel.
… werd nog overtroffen door die aan de Zwolse kant.
Maar waarom alleen in de zomermaanden? Veel recreatieve fietsponten varen alleen tussen 1 mei en 1 september, in Zeeland zijn er zelfs ponten die alleen in juli en augustus varen. Het idee is klaarblijkelijk dat er buiten die periode nauwelijks meer gefietst of gewandeld wordt, vanwege het “slechte weer”. Dat is een misverstand: in de weekends met goed weer trekken mensen er nog steeds op uit. Waarom dan niet varen bij een goed-weer-voorspelling?
Is dat ingewikkeld? Helemaal niet. De exploitant kan op vrijdagavond via de APPs van OV9292 of de website van de Vrienden van de Veerponten melden of een veerdienst op zaterdag en zondag gaat varen. Iedere treinreiziger checkt tegenwoordig standaard de NS-APP voor hij op reis gaat. Waarom zou dat bij een fietstocht niet kunnen?
Daarom dit advies aan wijze wethouders: laat dat veerpontje buiten het seizoen ook in weekends met goed weer varen. Kleine moeite, lage kosten, groot geluk.
Het Landelijk Fietsplatform deed recent met medewerking van ANWB, Fietsersbond, Wielersportbond NTFU en Veilig Verkeer Nederland onderzoek naar de door fietsers ervaren veiligheid op dijkwegen. Ruim 2700 mensen deden aan het onderzoek mee. Conclusie: op veel dijkwegen voelen fietsers zich onveilig, met name door te hard rijdend en te krap inhalend gemotoriseerd verkeer, de drukte op mooie dagen. De oplossing is volgens mij simpel en zonder grote investeringen -maar met wat politieke wil- snel door te voeren: geef langs de rivieren en kanalen bij minstens één oever op dijkwegen voorrang aan fietsers en wandelaars.
De “rustige kant” van het Merwedekanaal bij Arkel, in principe een uitstekende plek voor een fietsroute. Die loopt er ook: de LF9 (N.A.P.route). Maar in de spits wemelt het van het sluipverkeer, dat over dit 3 meter weggetje 60 mag rijden.Lees verder “Dijkwegen: aan één kant voorrang voor fietser en wandelaar”
Sinds een maand of twee ben ik betrokken bij de organisatie van het Nederlands Kampioenschap Schaken (m/v), dat dit jaar net als in 2023 gespeeld wordt in stadion Galgenwaard in Utrecht. Belangstellenden zijn tussen 6 en 13 juli dagelijks vanaf 13 uur welkom om de partijen van de toppers te volgen. Je kan ook zelf schaken, met een programma voor zowel clubschakers als ongeorganiseerde liefhebbers.
Kom je met het openbaar vervoer naar het NK, dan kan je vanaf Utrecht CS de sneltram nemen en ben je binnen een kwartier in het stadion. Heb je wat meer tijd dan raad ik je aan naar de Galgenwaard te wandelen via het singelplantsoen en de groene oever van de Kromme Rijn. Dat kost je een uur, met aan de creditzijde veel mooie stadsnatuur, monumenten (daarvan hebben we er 1539) en andere interessante objecten.
Energie is een eerste levensbehoefte. Elektriciteit is daarbij de sleutelmodaliteit. Als de elektriciteit uitvalt stroomt ook het gas niet meer: compressoren voor het transport, meet- en regelapparatuur, pompen van verwarmingsinstallaties en communicatievoorzieningen draaien op elektriciteit. Het leeuwendeel daarvan heeft geen noodstroom voorziening. De elektriciteitsvoorziening is de Achilleshiel van hoog ontwikkelde economieën, kwetsbaarder dan ziekenhuizen of de voedselvoorziening. Tennet rapporteerde vorige week dat de netbeschikbaarheid afgelopen jaar 99,99993% bedroeg. Dat klinkt erg veilig. Toch kan een kleine eenheid terroristen met één kilo Semtex heel Nederland minstens een maand platleggen, met een goedgerichte actie op en rond de knooppunten van ons hoogspanningsnet.
Zagen en boren in steenachtige materialen is riskant voor je gezondheid. Dat weten we al meer dan een eeuw, sinds hele volksstammen mijnwerkers te vroeg in de kist belandden door silicose (stoflongen). Afhankelijk van de samenstelling van de steen loop je ook nog risico om kanker te krijgen. Bijvoorbeeld bij kwartshoudende gesteenten. Of kunststeen. Het Financiële Dagblad (‘De stoflong is terug door de honger naar hip aanrechtblad van kunststeen’, 27 januari 2024) besteedde er vanmorgen maar liefst drie pagina’s aan.
bij spooraanleg en -onderhoud worden veel steenachtige materialen verwerkt in de onderbouw.