Onderzoeksjournalistiek verdient beter

Ik was gisteren een van de geinterviewde personen in de uitzending van Zembla over geluidoverlast door windmolens. En hoewel ik in de uitzending de rol van Good Guy kreeg toebedeeld ben ik niet erg gelukkig met deze vorm van onderzoeksjournalistiek.

Onafhankelijke journalistiek is een hoeksteen van een goed functionerende democratie. Die hoeksteen vertoont scheurtjes. De gedrukte media zijn op hun retour door de opmars van online. De publieke omroep waait -onder druk van rechtse politici- teveel mee met de waan van de dag en de druk van de kijkcijfers.

Om die redenen heeft onderjournalistiek het op dit moment nóg moeilijker: je hebt hiervoor een lange adem nodig, het is een dure tak van sport. Programma’s als Zembla en Pointer en een online platform als Follow The Money moeten gekoesterd worden. Tegelijkertijd mogen onderzoeksjournalisten wel eens wat kritischer kijken naar hun eigen kwaliteit.

Mijn twee belangrijkste kritiekpunten op de uitzending van Zembla zijn: 1 de conclusie van de redactie stond al op voorhand vast, er was geen enkele behoefte om de eigen hypothese ter discussie te stellen. Alle feiten en uitspraken die niet in het eigen frame pasten zijn geschrapt. 2 er is nauwelijks hoor en wederhoor toegepast en zéér selectief omgegaan met wetenschappelijke bronnen met betrekking tot geluidoverlast in zijn algemeenheid en geluidoverlast van windmolens in het bijzonder.

Wat was het frame? “De bescherming van de bevolking tegen de overlast van windmolens is in Nederland ondermaats door de lobby van de windturbine industrie. De geluidnormen zijn gemanipuleerd, de lat ligt veel te laag uit het oogpunt van volksgezondheid, ze zijn zodanig opgesteld dat handhaving bijkans niet mogelijk is. En als gevolg daarvan worden grote aantallen omwonenden uit hun slaap gehouden.” (mijn samenvatting). De enige persoon in de uitzending die hier iets tegenin mocht brengen was oud-minister Jacqueline Cramer. Haar verweer was onthutsend zwak, maar dat was ze als minister ook.

Als onderzoeksjournalist moet je jouw hypothese confronteren met de sterkste tegenstanders, en die moet je vervolgens ook aan het woord laten in de uitzending. Waar waren de ontwikkelaars van windparken, inclusief de (non-profit) windcoöperaties? De ingenieursbureau’s die betrokken waren bij het ontwikkelen van de normen? De Nederlandse Stichting Geluidhinder, onze waakhond tegen geluidoverlast? Het RIVM? Waar werd het dilemma benoemd van extra geluidoverlast versus Nederland op slot zetten? Waar werd vergeleken hoeveel inwoners wakker liggen van windturbines ten opzichte van de luchtvaart, het wegverkeer en de industrie? Het gebeurde allemaal niet, ik vermoed omdat de redactie vond dat daarmee de begrijpelijkheid van de boodschap zou worden aangetast. Dat zet de deur open voor de manipulatie van de feiten ten behoeve van het Eigen Gelijk.

Wat was mijn eigen inbreng tijdens het interview?

1 Ik ben voor strenge geluidnormen die ook gehandhaafd worden. Daarbij moet de lat voor álle vormen van geluidoverlast op gelijke hoogte liggen (dat wil niet zeggen: gelijke grenswaarden, want het effect van de ene bron verschilt van de andere).

2 In Nederland zijn álle geluidnormen gebaseerd op de acceptatie van 10% ernstig gehinderden bij het gegeven geluidsplafond. Ik vind dat uitgangspunt aanvechtbaar, al realiseer ik me ook dat we minder mogen naarmate we strenger worden. Daar hebben veel mensen (niet alleen bedrijven) last van. Bovendien heeft een hogere geluidsnorm ook andere negatieve effecten. In het geval van de windturbines is dat bijvoorbeeld een sterke beperking van het aantal locaties op land, met als gevolg: hogere netkosten, lagere leveringszekerheid, vertraging in de realisatie van de urgente klimaatopgave (mijn analyse, zie 6).

3 Er wordt geschat dat in Nederland in 2015 0.02% van de bevolking blootgesteld was aan geluidniveaus van windturbines boven het wettelijk plafond van Lden=47 dB. Voor andere bronnen van omgevingsgeluid ligt dit percentage aanzienlijk hoger. Zo wordt bijvoorbeeld 29% van de Nederlandse bevolking blootgesteld aan geluidsniveaus van meer dan 53 dB (de voorkeurswaarde) van gemeentelijke wegen en bijna 2% van de Nederlandse bevolking wordt blootgesteld aan geluidniveaus van meer dan 50 dB (Lden) door vliegverkeer (bron). Iedere persoon die last heeft van geluid is er een teveel, maar het gaat bij windturbines om heel bescheiden aantallen in vergelijking met andere bronnen. Als je de lat hoger wil leggen moet je dat over de hele linie doen.

4 Er zijn ook in het dichtbevolkte Nederland veel mogelijkheden om de overlast van windturbines verder te beperken. Allereerst is dat een goed ruimtelijk beleid. Het kabinet Rutte-2 heeft de landelijke regie op het ruimtelijk beleid juist sterk afgezwakt (lees: de minister van niks). Ten tweede is dat via een actiever grondbeleid. Nu komen de molens terecht op de toevallige locaties waar een boer grond wil verkopen. Ten derde is dat technische ontwikkeling: in Denemarken wordt veel geld geinvesteerd in onderzoek naar wieken die minder geruis maken en stillere overbrengingen in het generatorhuis. Ten vierde is dat betere monitoring/handhaving. Permanent geluid-trillingen meten per molen is met een beetje productontwikkeling haalbaar. Zodra er een plafond overschreden wordt gaat er een automatische melding naar de onderhoudsdienst én de regionale milieudienst.

5 Het achterhouden van het inspectierapport in 2009 (linkje: onderaan dit artikel van Zembla) is buitengewoon laakbaar. De Kamer had recht op deze informatie. Sterker nog: de media en de bevolking moeten ook zonder daarover te procederen toegang hebben tot deze informatie. Deze praktijk is overigens nog steeds aan de orde van de dag, op álle politiek gevoelige dossiers. De enige oplossing lijkt mij het bij wet strafbaar stellen van het achterhouden van documenten die in een witte lijst benoemd worden.

6 Per saldo ben ik vóór wind op land als een van de opties voor het verhogen van het aandeel duurzame energie. Naast wind op zee, zonne-energie, geothermie, energiebesparing en een paar kerncentrales als backup. Dat is ook in het belang van de Nederlandse bevolking, is mijn overtuiging. Bij een betere mix van wind- en PV-capaciteit op regionaal niveau kan je met de bestaande netwerken veel meer duurzame stroom produceren. Daarmee worden de duurzame doelen sneller gehaald tegen lagere kosten voor onz bevolking. Een flink aandeel decentraal vermogen (dichtbij de afnemer) is ook beter ook het oogpunt van leveringszekerheid. Denk aan de recente discussie over sabotage van gas- en elektriciteitsleidingen onder zee. Drie leidingen opblazen is een stuk eenvoudiger dan 300. Wind op land kan ook prima worden geëxploiteerd door coöperaties, wat het draagvlak kan verbeteren.

7 Daarmee kom ik op mijn laatste punt. Onderzoek laat zien dat ervaren overlast door omwonenden -niet alleen voor windturbines- samenhangt met het gevoel dat lusten en lasten niet eerlijk verdeeld zijn. Het idee dat jouw uitzicht minder en je huis minder waard wordt terwijl een ander “zijn zakken zit te vullen” leidt tot frustratie en zelfs tot gezondheidsklachten. Pak dat probleem aan door die lusten en lasten beter in balans te brengen.

Onderjournalistiek verdient een steuntje in de rug. Maar onderzoeksjournalisten moeten ook wat vaker in de spiegel kijken.

Aanvulling 10 december:

In het interview is ook de (on)bruikbaarheid van een jaargemiddelde-norm als basis voor handhaving aan de orde geweest. Daar was ik destijds ook zeer kritisch over. Ik heb met name gepleit voor een afzonderlijke nachtnorm: als mensen uit hun slaap gehouden worden is dat een aanslag op hun gezondheid. Die kritiek heeft ertoe geleid dat er naast de jaarnorm Lden=47dB ook een jaar-nachtnorm Lnight-41dB is gekomen. Het meetprobleem bij jaargemiddelden is voor die nachtnorm overigens niet anders. Volgens deze bron ligt het maximaal geluidniveau ’s nacht 2-6dB boven de (gemiddelde) grenswaarde Lnight=41dB, afhankelijk van hoogte turbine, locatie en turbinetype. Ik ben er voorstander van dat er nader onderzoek komt naar de fluctuatie van de geluidbelasting op de gevel en de relatie tussen oorzaak (windsnelheid, windrichting, atmosferische omstandigheden, stand regelbare wieken, defecten e.d.) en effect op het geluidniveau. Dat zou kunnen leiden tot een beter handhaafbare norm. Voorlopig lijkt het er niet op dat de verschillen in geluidniveau bij windturbines erg groot zijn: tussen het moment waarop de molen in bedrijf komt (laagste windsnelheid) en uit bedrijf gaat (hoogste windsnelheid) verschilt de geluidproductie 10-15dB. Bij luchtvaart komen verschillen tot 80dB voor. Zie bijvoorbeeld het dossier stop AWACS.

Meer over dit onderwerp in deze blog:

dossier windenergie

dossier geluid(overlast)

9 gedachten over “Onderzoeksjournalistiek verdient beter”

  1. Beste Paulus, dank voor deze toelichting. Bij dit, zeer gevoelige, onderwerp is zorgvuldigheid van groot belang. Jammer dat een toch gerenommeerd programma Zembla kwaliteit en een evenwichtige berichtgeving achterwege laat hier.

    Like

    1. Dat is een misverstand. In het RIVM-rapport wordt de vergelijking gemaakt met de richtwaarden (voorkeurswaarden) en grenswaarden voor weg- en railverkeer. 40dB is te vergelijken met de voorkeurswaarde, 48dB met de grenswaarde voor weg- en railverkeer. De grenswaarde voor windturbines is vastgesteld op 47dB, nog iets lager dus.

      Like

      1. Meneer Jansen,
        Is het fair overlast van weg- en treinverkeer met overlast van windturbines te vergelijken? De turbines draaien 24uur/dag. De meeste overlast wordt snachts ervaren.
        Ik woon zelf vlakbij 2 snelwegen en een spoorlijn, de geluidsoverlast daarvan is snachts beduidend minder.
        Hoe ziet u dat?

        Like

      2. Die vergelijking kan inderdaad gemaakt worden, omdat de geluidplafonds per bron allemaal gebaseerd zijn op de politieke acceptatie van 10% ernstig gehinderden (ik vind dat overigens aanvechtbaar). Op basis van dit criterium is de Lden voor windmolens veel strenger dan die voor weg-, rail- en luchtverkeer. Daarin is dus het modulerend effect verwerkt. Een Lden norm betekent dat als je de hele dag draait de maximale hoeveelheid geluid veel lager is dan wanneer je bijvoorbeeld maar drie uur per dag draait.
        Overigens is er voor windturbines -op mijn initiatief- niet alleen een all-in-norm Lden=47dB van kracht, maar ook een nachtplafond Lnight=41dB.
        Tenslotte herhaal ik nog maar eens dat ik vóór strenge geluidnormen én handhaving van die normen voor windturbines ben. Ik constateer alleen dat er veel meer mensen ernstige hinder ondervinden van weg-, rail- en luchtvaartlawaai dan van windmolens (op basis van hetzelfde “ernstig gehinderden” criterium). En ik maak er bezwaar tegen als alleen de geluidnorm voor windmolens zou worden aangescherpt, terwijl die voor andere bronnen hetzelfde zou blijven. Dat zou neerkomen op meten met twee maten.

        Like

  2. Ik heb Zembla (nog) niet gezien. Ondanks dat lijkt mij uw kritiek op de onderzoeksjournalistiek niet terecht. Uw argumentatie tegen de onderzoeksjournalistiek is zoals ik die interpreteer grofweg dat de huidige geluidsnormen onvoldoende worden uitgediept en belicht. De huidige stand van zaken is echter dat de landelijke regels en normen met betrekking tot windmolens buiten werking zijn gesteld door de Raad van State. Dit door een uitspraak van het Europees hof (Nevele arrest) en later door de uitspraak van de Raad van State die een milieubeoordeling voorschrijft. In deze milieubeoordeling gaat het niet direct over normen, maar over het geen (gezondheids)schade toebrengen aan mens, dier milieu. De norm van 10% acceptie is bijvoorbeeld al in strijd met deze milieubeoordeling. Als er namelijk windmolens worden geplaatst kan er volgens de milieubeoordeling geen 10% acceptie zijn, want dan ga je er van uit dat er bij het plaatsen van windmolens bewust gezondheidsschade wordt toegebracht aan 10% van de bevolking wat in strijd is met de wet (zie ook artikel 22 van de grondwet).
    Terecht vind ik het daarom van Zembla dat ze de regels en normendiscussie laten voor wat hij is en in plaats daarvan laten zien wat de effecten zijn van menselijk handelen.

    Like

    1. Dag Vincent, Ik zo de uitzending van Zembla alsnog bekijken. Mijn kritiek op Zembla is dat ze toeredeneren naar een conclusie, onder weglating van alle argumenten die niet in dat plaatje passen. Als je de lat net zo hoog legt voor andere vormen van geluidoverlast moet Nederland morgen op slot, want het aantal ernstig gehinderden (10%: nog steeds de basis voor alle geluidwetgeving!) is voor de diverse vormen van verkeerslawaai en woonlawaai ca 200x groter dan het aantal ernstig gehinderden door windturbines.

      Like

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: