Energie in staatshanden: prima idee

Nu de energieprijzen door het dak gaan en energiebedrijven die opportunistisch inkochten door het ijs zakken is het logisch dat de privatisering van de Nederlandse energieproductie- en leveringsbedrijven nog eens tegen het licht gehouden wordt. Lilian Marijnissen pleit voor een (her)nationalisatie van de bedrijven die de afgelopen twee decennia door provincies en gemeenten in de uitverkoop werden gedaan. Is dat nostalgie of een reële optie? Volgens mij het laatste.

Electriciteitsproductie en -distributie is een basisindustrie. Anders dan TataSteel, Dow Chemical, VDL of ASML -allemaal ook belangrijk wat mij betreft- is elektriciteit cruciaal voor onze hele maatschappij. Valt de stroom uit dan ligt vrijwel direct de hele industrie, commerciële en publieke dienstverlening plat. Alleen de meest cruciale voorzieningen als ziekenhuizen, defensie, (delen van) de politie, telecomzenders, datacenters, beschikken over een backupvoorziening als de centrale stroomvoorziening wegvalt. In woningen valt de CV-uit: de pomp doet het niet meer. De warmtepomp: idem dito. Ook de gasvoorziening valt grotendeels uit: de gasdistributie draait tegenwoordig op elektrische compressoren in plaats van op gasturbines. Een groot deel van de bevolking is verstoken van communicatievoorzieningen: alleen de gelukkigen die al wat zonnepanelen op hun dak hebben liggen kunnen hun smartphone en wifihub nog in de lucht houden.

Is dit een serieus scenario? Ja en nee. Dat de hele Nederlandse elektriciteitsvoorziening in één klap uitvalt is alleen denkbaar bij een goed gecoördineerde terroristische aanval op de belangrijke knooppunten van ons hoogspanningsnet, inclusief de aansluitingen op onze buurlanden. De sabotage van de Nordstream gasleidingen laat zien dat dit geen luchtfietserij is. In de Kamer is er nu volop aandacht voor de kabels onder de Noordzee. Maar minstens zo belangrijk zijn de knooppunten van het hoogspanningsnet op land, daar heb ik tien jaar geleden toenmalig minister van EZ Maxime Verhagen al eens op geattendeerd. Een betere beveiliging van onze kritische energie infrastructuur is zeker nodig.

Dat alléén is onvoldoende reden om voor een publiek monopolie op elektriciteitsproductie en distributie te zijn. Tijdens het maatschappelijk debat (15 jaar geleden) over de splitsing en privatisering van onze energiebedrijven was ik woordvoerder energie van de SP. We hebben destijds vele argumenten aangevoerd voor een blijvend publiek eigendom van de energiebedrijven. Die kan je nog eens nalezen in het dossier splitsing en privatisering energiebedrijven . Ik beperk me hier tot een korte samenvatting.

Elektriciteits- en gasdistributie is een netwerkactiviteit. Hetzelfde geldt voor grootschalige elektriciteitsproductie en grootschalige warmteproductie ten behoeve van stedelijke warmtenetten. Ook voorzieningen ten behoeve grootschalige energieopslag (olie, gas en elektriciteit) vormen een schakel in een groter netwerk. Als een schakel breekt, breekt de hele ketting. Private schakels in een netwerk vormen hierbij een extra risico. Deze schakels worden niet geëxploiteerd vanwege hun publiek belang, maar om er geld mee te verdienen. Zodra dat niet meer lukt gaan ze uit de lucht. Een actueel voorbeeld is de gasopslag Bergermeer bij Alkmaar. Dat is een commerciële opslag, waarvan de afgelopen tijd gebleken is dat hij een cruciale schakel is in de gasvoorzieningen tijdens de winter. Voor de commerciële eigenaren en huurders van opslagcapaciteit was vulling vorige winter niet interessant door de hoge gasprijs. De berging werd dus maar voor eenderde gevuld. Daarom wordt er door deskundigen (die de Volkskrant klaarblijkelijk niet gesproken heeft) steeds vaker gepleit voor publiek eigendom van de gasopslagen.

Een tweede belangrijk argument voor publiek eigendom van de cruciale schakels in onze energievoorziening is de energietransitie. Door de klimaatopgave, maar ook door de noodzaak om onze energievoorziening minder afhankelijk te maken van oliesheiks en Putin, is een gigantische ombouwoperatie nodig, die ingrijpt in alle maatschappelijke sectoren. Coördinatie en afstemming en een vooruitziende blijk zijn daarbij onontbeerlijk. Het bedrijfsleven gaat pas investeren als er geld te verdienen valt. Ook hebben bedrijven geen middelen om noodzakelijke ontwikkelingen in sectoren waar ze niet werkzaam zijn te bevorderen. Natuurlijk kan de overheid zijn coördinerende taak ook met andere mechanismen, zoals wetgeving, proberen in te vullen. Maar publiek eigendom is een krachtig middel om snel resultaat boeken.

Tenslotte is de combinatie van betaalbaarheid en leveringszekerheid bij grootschalige productie van elektriciteit in publieke handen beter geborgd. In landen als Frankrijk, Noorwegen en Zweden waar de elektriciteitsproductie grotendeels in handen is van staatsbedrijven is de stroom een stuk betaalbaarder dan in Nederland. Het argument dat dat in Frankrijk komt omdat EDF tot de nek toe in de schulden zit snijdt geen hout: de elektriciteitsprijzen waren er ook voor de Oekraine-oorlog al een stuk lager dan in Nederland.

Moet de energiesector dus helemaal in publieke handen zijn? Nee, dat is nergens voor nodig. De industrieën die windturbines, zonnepanelen, kerncentrales ontwikkelen zijn private bedrijven. Net als de bedrijven die in opdracht van de netbeheerders de dikke kabels en leidingen en de schakelstations aanleggen. De warmtepompen en cv-ketels, de slimme meters worden allemaal aangelegd door commerciële installatiebedrijven. Daar is wat mij betreft niks mis mee, zij het dat de overheid wel wat meer geld zou mogen investeren in de opleiding van de benodigde vakmensen.

Ook kleinschalige en middelgrote elektriciteits- en warmteproductie kan prima in handen van private partijen zijn. Dan kan je denken aan de zonnepanelen op je dak, maar ook aan kleine en middelgrote windparken, aan boeren met zonnedaken op hun stal of aan glastuinders die bij hun energievoorziening zijn overgeschakeld op geothermie. Een in mijn ogen extra interessante private eigenaar in dit segment zijn de energiecoöperaties. Waarom is deze kleinschalige productie in private handen geen probleem: vele kleintjes zorgen voor risicospreiding. En decentraal vermogen dichtbij de afnemer zorgt voor nóg meer risicospreiding. O ja: dat zorgt ook nog voor extra bescherming tegen terroristische dreigingen. Kleinschalige productie is immers veel moeilijker plat te leggen dan grootschalige, waarbij ook het distributienet een kwetsbare schakel is.

Tenslotte: je kan je afvragen of dit een academische discussie is, nu de Nederlandse productiebedrijven en een flink deel van de energieopslag al jaren in particuliere handen zijn. Volgens mij is dat allerminst het geval. In Duitsland heeft de regering Uniper, het grootste energiebedrijf van het land, behoed voor omvallen in ruil voor driekwart van de aandelen. Dat lijkt me in normaal Nederlands: nationalisatie. Ook zou een begaanbaar pad kunnen zijn de oprichting van een nieuw publiek energiebedrijf, als alternatief voor het bestaande commerciële aanbod.

Energie in staatshanden: een prima idee.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: