Beperkte inzet kernenergie ook in Nederland verantwoord

Eind jaren 70 heb ik meegelopen in een grote Belgisch-Nederlandse demonstratie tegen kernenergie bij Doel, vlak over de grens in Zeeuws-Vlaanderen. De demonstranten waren met name ongerust over drie risico’s: 1 het vrijkomen van radioactief materiaal door een ongeluk of sabotage. 2 het misbruik van het restproduct plutonium voor het maken van een kernbom. 3 een toekomstig afvalprobleem door de lange halfwaardetijd van het nucleaire afval. 45 jaar later denk ik inmiddels dat kernenergie een -beperkte- bijdrage kan leveren aan de oplossing van de klimaatopgave, terwijl de risico’s beperkt zijn en de voordelen redelijk opwegen tegen de nadelen. Hoe kwam ik tot dat voortschrijdend inzicht?

anti-kernenergie demonstratie in Doel (B) eind jaren 70. Ik liep met veel andere SP-leden mee.

Allereerst: principieel tegen kernenergie ben ik nooit geweest. Zie bv. mijn artikel Kernenergie: hollen of stilstaan? (2008). Alle vormen van elektriciteitsproductie hebben nadelen, zelfs duurzame energiebronnen als zon en wind. Denk bijvoorbeeld aan het hoge ruimtegebruik van PV-zonnevelden en de horizonvervuiling bij windparken. Dat is ook geen reden om die bronnen categorisch af te serveren. De keuze voor de mix van elektriciteitsopwekking, de inrichting van het netwerk zou gebaseerd moeten zijn op een afweging van alle voor- en nadelen op het gebied van veiligheid, leveringszekerheid, betaalbaarheid, duurzaamheid, emissies en (rest)risico’s.

Dan de drie risico’s.

Ik schat de risico’s op een ongeluk , aanslag of sabotage anno 2023 niet veel anders in dan bij andere cruciale voorzieningen. Het melt-down risico dat bij oude kernreactoren zoals Borssele beheerst moest worden door menselijk ingrijpen is bij moderne reactorontwerpen opgelost. De recente Ukraine oorlog laat zien dat aanslagen op energie-infrastructuur (pijpleidingen, schakelstations, hoogspanningsnetten) veel effectiever zijn dan op een -per definitie robuust uitgevoerde- kernreactor.

Dan het mogelijke misbruik van restproduct plutonium voor de vervaardiging van een kernbom. Dat risico is er nog steeds, maar de afgelopen 40 jaar hebben ons geleerd dat naast de vier klassieke kernmachten landen als India, Pakistan, Israel en Noord-Korea ondanks alle non-proliferatie afspraken kernwapens ontwikkeld hebben. De strategie om af te zien van kerncentrales om de uitbreiding van het aantal landen met kernwapens tegen te houden lijkt daarom niet erg effectief.

Tenslotte het afvalprobleem. Het Nederlands nucleair afval wordt opgeslagen in een bovengrondse opslag in Borssele, de Covra. De opslag is ontworpen voor een levensduur van 100 jaar, daarna zou het kernafval verplaatst moeten worden naar een permanente ondergrondse opslag. De volumes zijn klein en er zijn een aantal technieken in een vergaand stadium van ontwikkeling om de halfwaardetijd van het afval te bekorten en het volume te verkleinen. Lijkt me geen doorslaggevend bezwaar meer. Meer lezen: zie bijvoorbeeld hier.

Een ander belangrijk thema in de discussie rond kernenergie is de economie. Voorstanders stellen dat kernenergie veel goedkoper is dan duurzaam, vooral “omdat het altijd beschikbaar is, in tegenstelling tot wind en zon”. Tegenstanders wijzen vooral op de tegenvallende bouwkosten bij Europese nieuwbouwprojecten in de afgelopen decennia, de kosten voor ontmanteling van oude centrales en de kosten van duizenden jaren afvalopslag.

Op dit punt deel ik de analyse van Thijs ten Brinck. In zijn blog Is (een duurzame energievoorziening zonder) kernenergie te duur? gaat hij in op de belangrijke factoren die de productiekosten en systeemkosten van kernenergie en de alternatieven beinvloeden. Met name die systeemkosten zijn zeer lastig te berekenen. Allereerst omdat je daarbij ook kosten en opbrengsten elders in de energieketen moet meenemen. De volgorde waarin je opties in de rekensom opneemt kan daarbij de uitkomst beinvloeden. Ook de factor tijd is een belangrijke variabele. Hoe lang gaat een investering mee, met welke inflatie en rente reken je? Bij investeringen die in de toekomst gedaan worden: hoeveel kostenverlaging door productontwikkeling houd je aan? Al met al zijn er weinig harde argumenten om kernenergie -of duurzame energie- per definitie als niet concurrerend te bestempelen.

Tenslotte nog een nadeel van kernenergie (en andere vormen van grootschalige elektriciteitsproductie via stoomturbines): een groot deel van de energie wordt niet omgezet in elektriciteit maar komt vrij in de vorm van restwarmte. Als je in Borssele twee nieuwe centrales bouwt met een elektrisch vermogen van 1500MW/stuk, zoals Rutte-III wil, komt er ter plekke 3000MW warmte beschikbaar. Als die centrales een benuttingsgraad van 80% hebben is dat gelijk aan 20% van de warmtevraag van woningen en gebouwen in Nederland. Zelfs als het lukt om 10% van de restwarmte af te zetten bij glastuinbouw en chemische industrie -dat vereist ook nog substantiële investeringen- gaat er straks een gigantische bak warmte de Westerschelde in. Niet erg duurzaam.

Voor kolen- en gascentrales is dit overigens niet anders. De beste manier om de restwarmte nuttiger in te zetten is: kleinere eenheden die beter gespreid zijn over het land, bij voorkeur in de nabijheid van stedelijke agglommeraties en grote industrieterreinen. Maar probeer maar eens 10 kerncentrales van 300MW te bouwen nabij Amsterdam (2x), Rotterdam (2x), Den Haag, Utrecht, Eindhoven, Nijmegen/Arnhem, Geleen/Sittard/Chemelot, Tilburg/Breda/Moerdijk en Eemshaven. Dat wordt lastig mensen. Per saldo lijken me 1x Borssele, Botlek (niet: Maasvlakte, te ver van Rotterdam) en Eemshaven de enige plekken waar je zonder al te veel inpassingsproblemen een kerncentrale kan bouwen, met een redelijke benutting van laagwaardige restwarmte. Voor de liefhebbers van kernenergie: zonne-energie en windenergie hebben dat nadeel niet.

Twee of drie kerncentrales zouden goed zijn voor 5-10% van de totale Nederlandse energiebehoefte. Dat lijkt me als backupcapaciteit bij langdurig windstil- en donker weer een redelijk aandeel. De rest van het jaar kan je deze kerncentrales benutten voor de productie van waterstof ten behoeve van de industrie. Meer kerncentrales zijn voor dit doel niet nodig en ook onnodig duur, want de productiekosten van nucleaire stroom zijn veel hoger dan van wind- of zonnestroom. Het is volgens mij wel beter om de backupcapaciteit in te vullen met kernreactoren dan met gascentrales + CO2-opslag (zie dossier CCS). Zijn die kerncentrales risicoloos? Nee, maar als ze voldoen aan de criteria voor omgevingsveiligheid is de kans dat je sneuvelt door een nucleair incident kleiner dan eens in de 100.000 jaar. Een stuk kleiner dan de kans om in het verkeer om te komen. 

Laatste aandachtspunt: die kerncentrales moeten wat mij betreft wel eigendom zijn van een publiek energieproductiebedrijf, als extra slot op de deur tegen het weglekken van kennis, doorverkoop aan een onbetrouwbare partij of ander opportunistisch gedrag van een commerciële eigenaar. De huidige centrale van Borssele is voor 50% eigendom van het publieke PZEM en voor 50% van het Duitse bedrijf RWE. De provincie Zeeland en de Zeeuwse gemeenten die aandeelhouder zijn van PZEM willen het bedrijf in 2023 verkopen. Het zou logisch zijn om het verplichte publieke eigendom van kerncentrales in de kernenergiewet te verankeren. Dat heb ik ooit met amendement 30429-24 geprobeerd, maar dat idee werd destijds behalve door de SP alleen door GroenLinks en de Partij voor de Dieren gesteund.

Meer lezen? zie dossier kernenergie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: