Vandaag kreeg ik een brief van de woningcorporatie Vestia. Op basis van het jaarrapport van het Centraal Fonds Volkshuisvesting concluderen zij dat de schaalvergroting in de corporatiesector prima werkt. Volgens mij is de wens hier de vader van de gedachte.
Vestia -werkgebied Rijnmond en Haaglanden- is op dit moment de op één na grootste corporatie van Nederland, het gevolg van drie ronden fusies in de afgelopen 15 jaar. Volgens mijn informatie hebben ze plannen om nóg verder te fuseren.
Ik ben zeer kritisch over de schaalvergroting in corporatieland.
Wat voert Vestia als argumenten aan? Allereerst zijn de kosten voor planmatig onderhoud en de rentelasten lager dan het gemiddelde in de sector en de bedrijfslasten liggen ongeveer op het gemiddelde, maar ze dalen terwijl de bedrijfslasten bij andere corporaties stijgen.
Wat mij betreft zegt dit niets als je daar niet tegenover zet wat er gepresteerd wordt door de corporatie. Lage kosten voor planmatig onderhoud kan immers ook betekenen dat er wordt ingeteerd op de kwaliteit van het woningbezit.
Over zijn prestaties meldt Vestia: “Vooral de bouw- en sloopproductie is de afgelopen jaren zeer fors geweest (3.743 gesloopte woningen tegenover een nieuwbouwproductie van 3.562 woningen -waarvan bijna de helft koop- in de jaren 2004-2006.”
Pardon? Vestia sloopt dus bijna 4000 betaalbare huurwoningen in drie jaar en bouwt daarvoor de helft aan huurwoningen terug? Als dit deze zegeningen zijn van de schaalvergroting dan moet er morgen een verbod op megafusies worden doorgevoerd. Helaas lapt minister Vogelaar tot dusver een nee-tenzij motie van de Kamer aan haar laars.
Overigens moet ik erkennen dat Vestia op één punt erg hoog scoort. De directeur-bestuurder staat namelijk bovenaan de ranglijst van de meest verdienende corporatiedirecteuren. Hij kreeg in 2006 € 447.000 euro op zijn bankrekening bijgeschreven.