Eerder deze week (lees Rochdale en Rochdale-2) schreef ik over de Amsterdamse woningcorporatie Rochdale, waar de directeur verdacht wordt van malversaties en zelfverrijking.
De naamgevers van deze woningcorporatie zouden zich omdraaien in hun graf, als ze wisten dat hun idealen van de coöperatieve vereniging te grabbel gegooid worden.
13 van de Rochdale Pioneers, gefotografeerd in 1865 (bron: Rochdale Pioneers Museum)
De Rochdale Society of Equitable Pioneers, opgericht in 1844, bestond uit 28 wevers die door de mechanisatie in de textielproductie hun inkomen zagen teruglopen, waardoor ze nauwelijks meer in staat waren om de dagelijkse boodschappen te betalen.
Ze besloten één pond de man bij elkaar te leggen en met dat geld een inkoopcombinatie voor de dagelijkse boodschappen te vormen. Via een winkeltje konden ook anderen profiteren van hun inkoopvoordeel. Zo was de eerste coöperatieve consumentenvereniging ter wereld een feit.
Het initiatief werd een groot succes, mede omdat de oprichters doelstellingen hadden die verder gingen dan het behalen van een financiëel voordeel. De Rochdale principles hebben onder meer betrekking op non-discriminatie, democratie, educatie en gemeenschapszin. Het waren dus mensen die geloofden in de vooruitgang. Het wordt tijd dat de leiding van woningcorporaties weer in handen komt van mensen met deze mentaliteit.