Voor sommige conferentiegangers, zoals mijn collega’s Diederik Samsom en Boris van der Ham, ging zijn komst gepaard met een schier hemels gevoel: Al Gore zorgde voor een zindering van verwachtingen. Te hoge verwachtingen, maar hij hield wel een goede, reële toespraak. “This is a WE problem”.
wat Al Gore ook zegt: ik blijf denken aan Testify van Rage against the Machine. fantastische video.
Al geruime tijd voor half acht was de plenaire zaal 2 tot de nok toe gevuld en elders in het conferentiecentrum verzamelden zich groepjes bij de monitoren. Gore begon met het prijzen van alle veteranen onder de congresgangers, degenen die er vijftien jaar geleden al bij waren bij de eerste conferentie en het al die jaren -in voor en tegenspoed- hebben volgehouden. Daarmee leek hij impliciet te willen waarschuwen voor een te hoog verwachtingspatroon.
Vervolgens ging hij uitgebreid in op de noodzakelijke koppeling tussen klimaatbeleid en ontwikkelingsbeleid, en op het taboe van de bevolkingsgroei in veel ontwikkelingslanden. Het beste voorbehoedsmiddel is onderwijs, economische ontwikkeling en een goed sociaal beleid, zo heeft volgens hem de ontwikkeling in andere landen laten zien. Ontwikkelingsbeleid moet onlosmakelijk worden verbonden met klimaatbeleid, want “injustice anywhere is a threat to justice everywhere”. De rijke landen moeten bereid zijn om te investeren in de hulp aan arme landen om hun economie te verduurzamen. Gore trok daarbij de vergelijking met het Marshallplan: een grootscheeps Amerikaans hulpprogramma aan Europa na de Tweede Wereldoorlog.
Daarmee kwam hij op de rol van de Verenigde Staten. Hij begon met de erkenning dat de VS de grootste veroorzaker van het klimaatprobleem zijn. De huidige regering wil daar niet naar handelen, maar de democratische en twee republikeinse kandidaten voor de komende presidentsverkiezingen hebben al aangekondigd op dit punt de koers te zullen wijzigen. Tot die tijd was zijn advies aan de conferentie: ga door met het verdrag en “… houdt een hoekje vrij voor de VS om straks aan te sluiten.
Kortom: al zit het er op dit moment niet in dat de Amerikanen zich aansluiten bij het groeiende blok van onder meer de EU en Australië, ga toch door met de kopgroep om de ontwikkeling niet stil te laten vallen. Hopelijk zullen de ontwikkelingslanden (G77) die boodschap ook oppikken, maar het lijkt erop dat die een “boter bij de vis” strategie volgen: wij zetten pas onze handtekening als ook de VS zich binden aan harde doelen en financiering van de klimaatfondsen.