Ik heb vanmorgen een gesprek gehad met de vereniging van toezichthouders op de woningcorporaties (VTW). De VTW is aan het onderzoeken of er een gedragscode moet komen voor leden van raden van commissarissen. Wat mij betreft zijn er radicalere veranderingen nodig.
waakhond in corporatieland
In 1993 heeft de rijksoverheid de financiële banden met de woningcorporaties doorgesneden. In het verlengde daarvan is ook het toezicht veranderd. Vroeger hielden de gemeenten toezicht, met de inspectie VROM als achtervang. In 1995 zijn de gemeenten buitenspel gezet. Geheel in de neoliberale lijn van het Paarse kabinet werd er vooral ingezet op zelfregulering: de corporaties zouden vooral zelf hun maatschappelijk functioneren en integriteit moeten bewaken. De rijksoverheid kijkt op afstand toe, geholpen door het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting, dat een (overigens verdienstelijk) oogje in het zeil houdt met betrekking tot de bedrijfsvoering. (UPDATE: het CFV is per 1 juli 2015 opgegaan in de Autoriteit Woningcorporaties, onderdeel van de Inspectie Leefomgeving en Transport).
Een belangrijke schakel in het interne toezicht is de raad van commissarissen, ook wel raad van toezicht genoemd. Net als bij “echte” bedrijven houdt die toezicht op de directie. Een belangrijk verschil met de raden van commissarissen van Philips of AKZO is echter dat die benoemd -en eventueel naar huis gestuurd- worden door de aandeelhouders. De raden van commissarissen bij de corporaties zoeken zelf hun opvolgers uit, met uitzondering van twee leden die verplicht benoemd worden op voordracht van de huurdersorganisatie. Er is geen enkele wettelijke basis waarmee ze ter verantwoording geroepen kunnen worden door de gemeenten, laat staan door de huurders of woningzoekenden. Dat betekent dus het inbouwen van een hoog ons-kent-ons-gehalte in het interne toezicht.
De SP vindt dat de maatschappelijke controle op de corporaties weer versterkt moet worden.
Daarvoor hebben wij een aantal voorstellen:
– maak de verenigingsstructuur weer een volwaardig alternatief voor de stichtingsvorm die nu steeds dominanter wordt in corporatieland
– stel grenzen aan de omvang van corporaties; de schaalvergroting zorgt ook hier voor een steeds grotere afstand tot de mensen die afhankelijk zijn van hun prestaties
– versterk de invloed van de huurders in de raden van commissarissen (benoemingsrecht voor de helft + een); andere commissarissen te benoemen door gemeente(n); niet functionerende commissarissen moeten op initiatief van hun achterban afgezet kunnen worden
– geef leden van de raden van commissarissen alleen een onkostenvergoeding, in plaats van de steeds riantere bedragen die de laatste jaren betaald worden.
Met deze fundamentelere aanpak schieten we meer op dan met een dikke gedragscode.
NB een voorbeeld van het ons-kent-ons-circuit is de woningcorporatie Eigen Haard in IJmuiden/Velsen, waar eind 2006 de voorzitter van de raad van commissarissen dóór de raad van commissarissen (….) benoemd werd als directeur-bestuurder. Nadat de huurders en het personeel alarm sloegen stelden Staf Depla en ik schriftelijke vragen en is er inmiddels een bewindvoerder benoemd door de minister van WWI. Mooi dat deze misstand nu wordt aangepakt, maar beter zou het zijn om de structuur van de corporatiesector te verbeteren.