Vandaag kwam het verslag van het algemeen overleg van 23 april jl. over de uitvoering van de inkomensafhankelijke huurverhoging binnen. Het geeft goed inkijkje in de verdedigingslinie van coalitiewoordvoerders tegen de kritiek op de puinhoop die ze veroorzaakt hebben.
Jacques Monasch: “Ieder heeft zijn eigen pijngrens, maar voor ons is die nog niet bereikt.”
Doordat de handtekeningen van VVD, PvdA, D66, Christenunie en SGP onder het aswoensdagakkoord staan, hebben deze fracties niet meer de ruimte om veel voortschrijdend inzicht te tonen nu steeds duidelijker wordt welke gevolgen de inkomensafhankelijke huurverhoging heeft voor de rechtsongelijkheid tussen huurders en uitvoeringskosten bij woningcorporaties en belastingdienst. Dat maakt het debat nogal voorspelbaar, temeer omdat de minister van wonen en rijksdienst slechts één stand heeft: de zendstand.
Het debat heeft één toezegginkje opgeleverd: de Kamer wordt na de zomer geïnformeerd over de voortgang van de uitvoering van de inkomensaf-hankelijke huurverhogingen. Daarbij worden de kosten van de Belasting-dienst meegenomen, voor zover die afwijken van eerdere meldingen, evenals het overzicht van Aedes en een tussenstand van het aantal bezwaarschriften dat is ingediend bij de Huurcommissie.
Lees hier het verslag van het algemeen overleg: VH 20130613 VER 27926-201 huurbeleid AO dd 25apr2013