Kamerleden hebben het grondwettelijk recht om de regering te controleren, onder meer door middel van het instrument van de schriftelijke vragen. Gezien de antwoorden op mijn vragen over de administratieve lasten bij woningcorporaties door de invoering van integrale vennootschapsbelasting heeft Jan Cees de Jager zichzelf het ongrondwettelijke recht toegekend om zoveel mogelijk ontwijkende antwoorden te geven.
Volgens De Jager gaat hij bij de kosten met name om eenmalige uitgaven en valt het daarna wel mee. Bovendien moeten de woningcorporaties zich maar aansluiten bij de standaardafspraken (“vaststellingsovereenkomst”), die de Belastingdienst met de sector gemaakt heeft.
De antwoorden staan haaks op de conclusies van het opinieartikel van G. den Hartog van BDO Belastingadviseurs in het Financieele Dagblad van 1 juli jl. Hij wijst erop dat de corporaties niet alleen extra geld kwijt zijn voor extra administratieve krachten -door mij geschat op €40 miljoen/jaar- maar ook nog eens €10 miljoen/jaar voor extra ondersteuning door extern adviseurs. Samen €50 miljoen/jaar aan extra bureaucratie. Daar kan je 1000 sociale huurwoningen voor bouwen.
Ik overweeg dan ook aanvullende vragen aan De Jager te stellen. Suggesties?
Lees hier de antwoorden van De Jager: VH 20100705 ANTW preceptiekosten VPB corporaties
Meer lezen? zie dossier vennootschapsbelasting woningcorporaties