“Het gevoel dat ouders van verkeersonveiligheid hebben is irreëel”
(Sanne de Vries, wetenschappelijk onderzoeker bij TNO Kwaliteit van Leven, in de Vogelvrije Fietser, het blad van de Fietsersbond, 2009/1)
TNO onderzocht in tien stadswijken hoeveel kinderen te voet en per fiets naar school gaan, en wat het verband is met het ontwerp van de wijk. Uit het onderzoek blijkt dat kinderen in 1974 vanaf hun zesde jaar zelfstandig naar school gingen. In 2003 was dat gestegen naar negen jaar, terwijl de verkeersveiligheid voor kinderen de laatste veertien jaar juist enorm verbeterd is.
Volgens De Vries draagt het tijdig beginnen met fietsen bij aan de motorische ontwikkeling, het verkeersinzicht en de lichamelijke conditie. Ook uit onderzoek van verkeersveiligheidsorganisatie 3VO blijkt hetzelfde.
Helemaal mee eens, met één aanvulling: de groei van het aantal ouders dat hun kind met de auto naar school brengt hangt ook samen met de bouw van megabasisscholen, al dan niet geclusterd. In mijn eigen woonplaats Utrecht zijn in Leidsche Rijn clusters van basisscholen met 1200 leerlingen gebouwd. Vind je het dan gek dat je een autoweg nodig hebt om het halen-en-brengen af te wikkelen? Een basisschool van 250-350 leerlingen ligt dichter bij de woning, waardoor ook minder drukke wegen overgestoken hoeven te worden. Ook is deze menselijke maat beter voor de sociale controle in en buiten de school, en is deze prima te combineren met extra functies voor de buurt (“brede school”).
Grote basisscholen: dom dom dom.