Met een aantal collega’s van de Toelatingsorganisatie Kwaliteitsborging Bouw (TloKB) was ik vandaag op bezoek bij het Nederlands Instituut voor Publieke Veiligheid (NIPV) in Arnhem. Daar werken bijna 400 medewerkers in betrekkelijke anonimiteit aan het op een hoger peil brengen van crisisbeheersing en brandveiligheid. Door onderzoek, onderwijs, kennisdeling en ondersteuning van regionale brandweercorpsen met een materiaal-, materieel- en deskundigen poule.

Het goede nieuws: de organisatie van brandweer en crisisbestrijding in Nederland staat op een hoog niveau. Een indicator daarvoor is de kans op overlijden bij een woningbrand. In NL 0,17/jaar per 100.000 inwoners, in GB 0,3, in België 0,6, in Noorwegen 0,7 en in Zweden 0,8.
Die cijfers komen uit de lectorale rede van Lieuwe de Witte, lector brandveiligheidskunde. Zijn collega Ricardo Weewer wijst op het sterk gedaald aantal brandweerlieden dat in Nederland omkomt bij de bestrijding van branden. Na de dramatische brand in De Punt (2008), waarbij drie brandweerlieden overleden, is de strategie voor brandbestrijding aangepast waardoor de risico’s voor het personeel sterk zijn teruggebracht.
Het NIPV, 40 jaar geleden begonnen als Rijksbrandweeracademie, heeft zich in de loop van de jaren ontwikkeld tot een breed kenniscentrum. Directeur onderzoek/onderwijs Coby Flier geeft leiding aan een groep van 60 medewerkers, die via de andere activiteiten van NIPV in nauw contact staan met de 25 regionale brandweercorpsen.
Toch is de situatie met betrekking tot brandveiligheid minder gunstig dan op het eerste gezicht lijkt. Dat komt door nieuwe risico’s ten gevolge van vergrijzing, langer zelfstandig wonen en de groei van het aantal verwarde personen dat vroeger gehuisvest was in instellingen, maar nu zelfstandig , vaak in appartementencomplexen woont. Zelfs bij verpleeghuizen, waar personeel aanwezig is, bleek bij twee branden dat het in veiligheid brengen van de bewoners heel lastig is (Rivierduinen, 2011 Smeetsland, 2021). Rookontwikkeling bij brand is in moderne potdichte gebouwen met veel kunststoffen een toenemend probleem.
Andere risico’s ontstaan door technische ontwikkelingen in de bouw en installatietechniek, waarvoor nog geen regelgeving bestaat om veilige toepassing af te dwingen, noch sprake is van ingeburgerde vakkennis bij ontwerpers en uitvoering. NIPV publiceerde onlangs een analyse van drie branden waarbij nieuwe bouwconcepten een rol speelde: Presikhaaf Arnhem (2023, schilisolatie rijtjeswoningen in combinatie met doorlopende zonnepanelen), Muyskenweg Amsterdam (2023, opgetopt woongebouw) en Riekerhaven Amsterdam (2022, unitbouw flexwoningen).
Een van de manieren om te leren van branden is het systematisch verzamelen van kwantitatieve en kwalitatieve gegevens. Het opzetten van een goed monitoringsysteem is lastig omdat de relevante data verspreid zijn over verschillende publieke en private partijen. Medewerking van partijen vindt plaats op basis van vrijwilligheid, omdat er geen wettelijke verplichting is voor het aanleveren van data. Dat probleem is heel herkenbaar voor de TloKB die de ambitie heeft om de kwaliteit van nieuwbouw en straks ook renovatie scherper in beeld te brengen. Als dat lukt wordt het eenvoudiger om zwakke punten in wetgeving weg te werken en gericht te investeren in het vakmanschap in de bouwsector. Brandveiligheid is een kwaliteitsaspect dat we scherp in de gaten willen houden.