Dat was de titel van de presentatie van burgemeester Boukje Galama van Vlieland, die ze hield mede namens haar collega’s van de andere waddeneilanden. Toepasselijk: want de veerhavens van Terschelling en Ameland zijn bij extreem hoog water nu al niet met droge voeten te bereiken.
tweede huizen op Vlieland. De eigenaren willen een ringdijk, als bescherming tegen de zeespiegelstijging
De bewoners van de waddeneilanden zijn gewend aan een zee die op zijn tijd flink te keer gaat. Maar dat wil niet zeggen dat ze geen zorgen hebben over hun veiligheid. Aan de zeezijde is de breedte van de stranden op sommige delen eilanden tot minimale proporties afgenomen, waardoor op steeds meer plaatsen zandsuppleties nodig zijn. Op Vlieland was het duin ter hoogte van de camping Stortemelk vorig jaar zodanig afgekalfd dat het uitkomende zand bij het uitdiepen van de haven gebruikt is om een nieuwe kunstmatige duinenrij aan te leggen.
Aan de waddenzijde zijn de dijken vaak te laag, terwijl de mogelijkheden voor dijkverhoging ter hoogte van de dorpen (zoals bij Oost-Vlieland en West-Terschelling) beperkt zijn, als je de aanwezige bebouwing wil sparen. Op Ameland worden de dijken op dit moment voor 90 miljoen euro verhoogd, omdat ze niet eens voldeden aan de oude veiligheidseisen van 1960.
Ook op Vlieland is er een lobby gestart voor verbetering en uitbreiding van de dijkring. Nu wordt alleen het oude dorp beschermd door de dijk, maar de gemeente wil ook het bedrijventerreintje en de recreatiewoningen in het duingebied binnen de ring brengen. Of dat laatste wijs is vraag ik me af.
Behalve over waterveiligheid kwamen nog andere specifieke problemen van de eilanden aan de orde. De scholen bijvoorbeeld. Alle eilanden hebben een eigen school voor voortgezet onderwijs. Het kleinste schooltje heeft slechts 38 leerlingen. Op Ameland gaat een experiment starten om leerlingen via internet onderwijsondersteuning te geven voor vakken waarvoor op het eiland geen docent beschikbaar is. Ook willen de eilanders graag beter vervoer naar het vasteland voor de leerlingen van het speciaal onderwijs en het VWO, die zijn aangewezen op scholen aan de vastewal.