Gisteren was ik samen met mijn collega’s Fons Luijben en Farshad Bashir, mijn medewerker Arnout Hoekstra en ons Eindhovense raadslid Marijke Kamphorstop bezoek bij de woningcorporatie Woonbedrijf. Ik heb lang geleden zelf in het complex Echternachlaan gewoond, dat destijds eigendom was van de rechtsvoorganger van het Woonbedrijf (Sociale Woningstichting) en de corporaties Patrimonium/Beter Wonen.
distriksmanager Ingrid van Gijzel liet ons een aantal projecten in Woensel-Zuid zien.
De directe aanleiding voor het bezoek was onze kritische houding tegenover het fenomeen megacorporatie. Volgens Paul Tholenaars van Woonbedrijf, die ik recent tegenkwam bij een debat van de SP-Geldrop, hebben zij als grote corporatie (31.000) woningen toch een prima structuur, omdat ze zoveel mogelijk zaken decentraal organiseren.
Woonbedrijf heeft negen distrikten, zeven in de stad en twee in de regio. 150 van de 450 medewerkers werken 100% wijkgericht. Verder is er nog een grote afdeling bouwservice (110), want het Woonbedrijf doet ongeveer eenderde van het onderhoud met eigen mensen. Met name de zaken die in het huis gedaan worden gebeuren bij voorkeur met eigen mensen, omdat die gewend zijn om met zo min mogelijk overlast klussen uit te voeren.
Natuurlijk passeerden allerlei volkshuisvestingsthema’s de revue: de wijkenheffing (“bureaucratisch; afschaffen”), de woonruimteverdeling, de wijkaanpak. We maakten ook een wandeling langs een aantal Woonbedrijf-complexen in Woensel-Zuid. In een straat waar volgens het Woonbedrijf nogal wat problemen achter de voordeur spelen kwam Fons Luijben met de sterke oneliner: “Door al die gesloten gordijnen zijn mij de ogen geopend!”
Ook kwamen we door het deels gerenoveerde, deels gesloopte wijkje rond het Hendrik de Keijzerplein, waar ik in 1972 mijn eerste studentenkamer gehuurd heb. Helaas was de Hendrik de Keijzerlaan inmiddels gevallen onder de slopershamer, al passen de huur- en koopwoningen die ervoor teruggebouwd zijn prima in de oude tuindorp sfeer. En als klap op de vuurpijl kwam ik bij de afdeling Bouwservice nog mijn oude huisgenoot Erik van Dommelen tegen.
Zo hebben we op carnavalsmaandag het nuttige met het aangename gecombineerd.
Paulus Jansen 