De VEMW heeft deze week een interessant bericht over de economische effecten van fusies in de drinkwatersector. Ik was daar ook al zeer kritisch over in mijn schriftelijke inbreng bij de Drinkwaterwet. Binnenkort vindt het afsluitende debat plaats over het wetsvoorstel.
(Bron: VEMW, 24 oktober 2007)
Onderzoekers sceptisch over toekomst benchmark drinkwater
Nog meer fusies tussen Nederlandse drinkwaterbedrijven trekt een wissel op de uitkomst van de huidige sectorbenchmark. Het wordt steeds moeilijker om gegevens onderling te vergelijken. Dat concluderen onderzoekers in opdracht van drinkwaterbedrijf Oasen.
Volgens de onderzoekers treden schaalvoordelen vooral op bij een jaarafzet tot 25 miljoen kubieke meter. Zij baseren zich daarbij op internationale data. Ook de literatuur is volgens hen sceptisch over de voordelen van fusies. Zo’n 70 % van de fusies mislukt omdat ze leiden tot lagere winsten dan wel tot hogere prijzen voor consumenten door meer marktmacht.
Het Zuid-Hollandse drinkwaterbedrijf Oasen overweegt een fusie aan te gaan met provinciegenoot DZH en het Noord-Hollandse PWN. Het nieuwe waterbedrijf dat daardoor ontstaat levert jaarlijks ruim 200 miljoen kubieke meter. De onderzoekers van SEOR/Ecri houden rekening met een lichte kostenbesparing als gevolg van de fusie, maar trekken bij gebrek aan voldoende cijfermateriaal op dit punt geen definitieve conclusies.
Wel constateren de onderzoekers dat de huidige fusiegolf in de drinkwatersector de betekenis van de sectorbenchmark uitholt. Volgens hen is de sector er daarom bij gebaat om fusies tegen te gaan die geen duidelijke kostenvoordelen met zich meebrengt.
Bij de fusie van de Hydronbedrijven met Vitens in 2006 heeft VEMW al gewezen op de risico’s van een dergelijke fusie. Terwijl het aantal waterbedrijven afneemt, nemen de verschillen tussen de bedrijven onderling bij de vorming van deze nieuwe watermoloch toe. De waarde van de sectorbenchmark neemt als gevolg daarvan verder af. De consument krijgt de rekening van de fusie gepresenteerd in de vorm van onnodig hoge watertarieven.
VEMW pleit voor een onafhankelijke toezichthouder op watermonopolies. Een Waterkamer bij de NMa moet zorgdragen voor een verdere verbetering van de efficiency en zorgen voor eerlijke, op werkelijke kosten gebaseerde drinkwaterprijzen.
Bron: SEOR/VEMW
Paulus Jansen 