Ontpolderen met de kraan open

Gisteren samen met Hugo Polderman, Cees Slager en de vaste kamercommissie verkeer en waterstaat op werkbezoek geweest naar Zeeland. Daar is flinke commotie over de plannen om 600 hectare landbouwgrond langs de Westschelde te ontpolderen om nieuwe natte natuur te ontwikkelen.

Hedwigepolder
De Hedwigepolder op de grens met België is een van de gebieden die in beeld zijn voor ontpoldering.
(foto: Peter Nicolai, PZC)

Twee jaar geleden sloot verkeersminister Karla Peijs, inmiddels commissaris van de Koninging in Zeeland, een nieuw Scheldeverdrag. Daarin worden afspraken gemaakt over de verdieping van de Westerschelde ten behoeve van de haven van Antwerpen. In het verdrag -dat nog door de Tweede Kamer geratificeerd moet worden- is ook vastgelegd dat Nederland 600 hectare extra natte natuur moet ontwikkelen. Officieel is er geen verband met de verdieping, maar uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat eerdere verdiepingen van de Westschelde tot een sterke terugloop van het aantal slikken en schorrengeleid hebben. Het Schelde-estuarium is een waardevol getijdegebied dat beschermd wordt door de Europese Habitatrichtlijn. Die schrijft voor dat in dergelijke gebieden nieuwe ontwikkelingen alleen zijn toegestaan als deze geen verslechtering betekenen voor de ecologische kwaliteit.

Inmiddels is duidelijk dat de verdieping juist een zware aanslag is op de natuurwaarden in het gebied. Het is dan bijzonder wrang dat dit probleem vervolgens op het bordje van de boeren gelegd wordt. Vorig jaar heeft de Kamer (met steun van de SP) uitgesproken dat de grondverwerving voor de ontpoldering alleen op basis van vrijwillige aankopen kan plaatsvinden. Naar mijn mening zou de Kamer verder moeten gaan en het hele Scheldeverdrag ter discussie stellen.

Plaats een reactie