Huurregister: het schiet nog niet op

Mijn ervaring als oud-parlementariër: de doorlooptijd tussen een goed idee en de realisatie van een goed idee is in overheidsland een jaar of 15. Tergend lang voor degene die dat idee bedacht heeft of voor de mensen die er baat zullen hebben. Maar het creëren van een parlementaire meerderheid door nader onderzoek, media-tamtam en maatschappelijk rumoer kost veel tijd, dus uithoudingsvermogen. De brief over de invoering van een huurregister die minister Mona Keijzer op 9 april aan de Kamer stuurde is daar een treffende illustratie van.

Bij het kadaster kan je als eigenaar-bewoner alle mogelijke informatie ophalen; als huurder: niets.

Het balletje begon in 2022 te rollen met een motie van Derk Boswijk (CDA). Zijn insteek was met name volkshuisvestelijk en beperkt tot de particuliere huurvoorraad: hoe kunnen we meer inzicht krijgen in de omvang en aard van het commerciële aanbod? Daar had hij absoluut een punt, maar er zijn meer partijen die baat kunnen hebben bij een goed ingericht en toegankelijk huurregister. In mijn blog Stel belang huurder centraal in huurregister heb ik gewezen op de verbetering van de rechtsbescherming van huurders die kan uitgaan van een huurregister. Ook ben ik er voorstander van om niet alleen de commerciële huur, maar ook de corporatiehuur via het huurregister in beeld te brengen. Al is het maar omdat de woningcorporaties onder invloed van het liberale beleid van de afgelopen decennia steeds commerciëler -moeten- opereren.

Keijzer lijkt daar wel oog voor te hebben. Ze wijst op de mogelijkheid om met de informatie uit een huurregister de slagkracht van gemeenten te vergroten. Die hebben nu onvoldoende informatie om hun toezichthoudende taak in het kader van de Wet goed verhuurderschap en de Wet betaalbare huur actief in te vullen.

De minister wil nu een aantal scenario’s uitwerken in samenspraak met belanghebbende partijen en dan de kosten-baten van de verschillende scenario’s nader tegen het licht houden. Daar komt ze eind dit jaar op terug. O ja: mocht de conclusie over de maatschappelijke kosten-baten positief zijn, dan is er nog geen geld om de invoering te financieren. ’t is maar dat je het weet.

Plaats een reactie