Tijdens de algemene beschouwingen van 19 september 2019 diende CDA-fractievoorzitter Pieter Heerma, mede namens zijn PvdA-collega Asscher, een motie in om “… te bezien of en op welke wijze gemeenten voor verhuurders die doelbewust te hoge huren in de gereguleerde woningvoorraad vragen stevige (bestuurlijke) boetes kunnen opleggen” (35300-22). De motie werd -met algemene stemmen!- aangenomen.

In februari van dit jaar liet minister Ollongren de Kamer weten (27926-337) dat zij werkt aan een wetsvoorstel waarin de motie Heerma-Asscher verwerkt is. In hetzelfde wetsvoorstel zal de mogelijkheid voor gemeenten om een vergunningplicht voor verhuurders in te voeren worden verankerd. Door de val van het kabinet Rutte-III en de formatieperikelen gaat het ongetwijfeld nog wel even duren eer de wet in het Staatsblad staat. Maar de kogel is door de kerk.
De motie Heerma-Asscher is een treffende illustratie van de lange adem die er nodig is om wetgeving te regelen, waarvan de logica voor gewone stervelingen buiten de Tweede Kamer zonneklaar is.
Ter illustratie mijn inbreng bij een algemeen overleg van de commissie wonen van de Tweede Kamer op 4 september 2008 (27926-128):
“De heer Jansen (SP): Voorzitter. Laat ik maar beginnen met het punt waarmee ik bij een vorig debat over dit onderwerp ben geëindigd. Hoe is het mogelijk dat huisjesmelkers keer op keer huren kunnen vragen boven het wettelijk maximum, en er hooguit met een standje van afkomen als zij tegen de lamp lopen? Zoiets zou toch strafbaar moeten zijn? Dit staat haaks op het rechtsgevoel van heel hard werkend en studerend Nederland, maar de ministers voor WWI en van Justitie verstoppen zich achter het contractrecht. Volgens hen heeft iedereen het recht om te veel te betalen. Ik heb weinig hoop dat ik de ministers zonder duidelijke uitspraken van de Kamer in beweging kan krijgen; daarvoor hebben wij het al té vaak geprobeerd. De fracties van de Partij van de Arbeid en GroenLinks waren het al eerder met ons eens, maar hoe zit het met de andere fracties, bijvoorbeeld die van het CDA? Die kunnen dit toch ook niet accepteren?
Het gaat niet om een uitzondering; op de particuliere kamermarkt is het eerder regel. Het recente onderzoek Huur niet te duur! van SSH Utrecht laat zien dat voor het aanbod van alle commerciële internetbemiddelaars in 86% van de gevallen huren boven het wettelijk maximum gevraagd worden. In bijna de helft van het aanbod is de vraagprijs zelfs meer dan € 100 boven het wettelijk maximum. Daarom stelt de SP-fractie het volgende voor: waarom komt er geen landelijke vergunningplicht voor kamerbemiddelaars, die gekoppeld is aan de verplichting voor de bemiddelaar om vooraf te controleren of de vraagprijs onder het wettelijk maximum ligt? In het verleden ging er van de lokale verordeningen nog enige preventieve werking uit op de kamerbemiddeling, maar inmiddels is het via internet kinderspel om regels van gemeenten die kamerzoekenden proberen te beschermen, te omzeilen. De minister kan de oplossing van dit probleem dus niet aan de gemeenten overlaten. Zij zal zelf actie moeten ondernemen.” einde citaat. Wat was de reactie van de minister?
“Minister Vogelaar: Ik zeg toe dat ik mij zal verdiepen in de vraag van de heer Jansen over een landelijke vergunningplicht. Ik heb er geen zicht op of er een brancheorganisatie is van kamerbemiddelingsbureaus. Mijn voorkeur gaat uit naar de route waarbij een brancheorganisatie dat soort van initiatieven neemt en wij niet in eerste instantie met een wettelijke verplichting komen.
De heer Jansen rekende eigenlijk al niet op een antwoord over de bovenwettelijke huren. Hij weet wat mijn antwoord is, namelijk dat ik ben voor de route via de Huurcommissie. Dat hoef ik niet te herhalen.” Einde citaat.
Bij datzelfde overleg deed de SP trouwens nog vijf andere voorstellen:
- gezamenlijke procedure voor de huurcommissie: waar blijft die? (minister: je kan met een gezamenlijke gevolmachtigde werken; PJ: dan houd je de bureaucratie en de kosten van vele parallelle procedures)
- Preventieve toets op bovenwettelijke huur bij particuliere huurwoningen (minister: je kan achteraf, na het tekenen van het huurcontract, door de huurcommissie laten toetsen; PJ: dan blijven huisjesmelkers het proberen, de pakkans is klein en de sanctie ontbreekt)
- Openbaar maken WOZ-waarde (SUCCES: daar was de minister positief over en dat is inmiddels gerealiseerd)
- Vergunningplicht makelaars-taxateurs
- Cijfers over kamernood onder studenten weer opnemen in jaarstukken WWI.
Twee maanden later trad Vogelaar af, ze werd opgevolgd door Van der Laan, die op zijn beurt in februari 2010 het veld ruimde toen het kabinet Balkenende IV viel. Daarna paste Eimert van Middelkoop tot oktober 2010 (start Rutte-I) op de winkel. Dit soort personele wisselingen helpt ook niet echt om tempo te maken…
Onder Rutte-I werd het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu afgeschaft. Wonen werd erbij gedaan door de minister van BZK: Piet Hein Donner. De eerste keer om het met hem te hebben over huisjesmelkers deed zich voor bij het commissiedebat wonen op 31 maart 2011 (27926-155).
“De heer Paulus Jansen (SP): Voorzitter. Overal waar sprake is van schaarste, zijn mensen te vinden die daarvan misbruik maken. Mijn collega’s hebben dan ook terecht het nodige gezegd over de misstanden in de grote steden. (…) Ik spreek de minister van Wonen er dan ook op aan dat hij het tot zijn taak moet rekenen om daarvoor een oplossing te vinden met de gemeenten en de woningcorporaties. (…) Wat ik nu ga zeggen is dan ook een beetje een herhaling van zetten, want mijn opmerkingen zijn de evergreens van het SP-gedachtegoed. Het zijn voorstellen die de afgelopen twintig jaar zeker vijftien keer de revue zijn gepasseerd.
De voorzitter: Je kunt ze dan natuurlijk ook overslaan!
De heer Paulus Jansen (SP): Voorzitter, dat doe ik niet. Dat doe ik namelijk pas als die voorstellen gerealiseerd zijn. Tot die tijd kom ik er echt elke keer weer op terug. Ik doe dat overigens ook omdat ik hoor dat andere partijen, bijvoorbeeld de LSVb, het ook nuttige maatregelen vinden.
1 Een landelijke vergunningplicht voor woning- en kamerbemiddeling.
Daarover zei de voorganger van de minister, de huidige burgemeester van Amsterdam, dat het niet nodig is en dat de gemeenten het zelf wel kunnen doen. Het probleem is echter juist dat veel kamerbemiddelingsbureaus landelijk via internet opereren. Het is daarom veel efficiënter om daaraan op landelijk niveau regels te stellen. Vandaar dat ik het waag om dit pleidooi te herhalen. Ik hoop op een milde reactie van de minister.
2 Het strafbaar stellen van recidive door verhuurders die consequent een te hoge huur vragen. Er zijn andere mogelijkheden overwogen, maar de SP-fractie vindt nog steeds dat de overheid hoort te beschikken over de helderste sanctie: strafbaarstelling. Ook die mevrouw die vandaag een prijs voor huisjesmelker van het jaar heeft ontvangen, vraagt huren die € 150 tot € 250 boven het wettelijke niveau liggen. De redenering van de vorige minister van Justitie was altijd: Nederland kent contractvrijheid. Dat moge zo zijn, maar hier is geen sprake van een redelijke verhouding tussen aanbieder en vrager. Als er geen gelijk speelveld is, moeten partijen die bij herhaling schandalig hoge huren
vragen, strafbaar kunnen worden gesteld.
3 Huurteams. Het is waar dat gemeenten die hiermee werken, Amsterdam en Utrecht, redelijk succesvol zijn. Het is echter afhankelijk van de gemeente of men daarmee werkt en dat betekent dat sprake is van rechtsongelijkheid tussen kamerhuurders in de ene en de andere studentenstad. En dan heb ik het nog niet eens over plaatsen zoals Zundert. Ik vraag mij echt af of wij niet zouden moeten kiezen voor een landelijke minimumnorm.” Einde citaat.
Minister Donner reageerde voor zijn doen niet al te onwelwillend, maar waarschuwde tegelijk voor allerlei uitvoeringsproblemen en “disproportionaliteit”. Drie maanden later vertrok hij op zijn beurt om vice-president van de Raad van State te worden. Liesbeth Spies volgde hem op, tot in mei 2012 Rutte-I ten val kwam door het wegvallen van de gedoogsteun van de VVD. Daarna werd Stef Blok onder Rutte-II de chef wonen, die een aantal wetswijzigingen door de kamer jaste die de huisjesmelkers juist nóg meer ruimte bieden: tijdelijke huurcontracten, hogere maximale huren en marginalisering van de sociale verhuurders door de verhuurderheffing.
Het schoot dus niet op met onze voorstellen. Gebeurde er helemaal niets? Nou dat ook weer niet: als huisbazen bij herhaling bovenwettelijke huren vragen gaan de leges bij zaken voor de commissie omhoog van €300 naar €700 en vervolgens naar €1400. Dat heeft enig afschrikkend effect op de kleine krabbelaars. Maar de professionele huisjesmelkers harken maandelijks een extra winst binnen die honderden keren zo hoog is als de bedragen die ze -af en toe- aan de Huurcommissie moeten betalen.
Nu worden de vergunningplicht en de bestuurlijke boete (daarvoor is gekozen in plaats van strafbaarstelling) alsnog wettelijk verankerd. Een overwinning voor de SP en een compliment voor mijn voorganger Remi Poppe. Want pleitte vanaf eind jaren negentig voor dit soort maatregelen, om de parasieten van de woningmarkt de voet dwars te zetten.