De stormachtige groei van wind- en zonnestroom stelt uitdagingen aan het balanceren van het elektriciteitsnetwerk. Stroom die je opwekt moet je direct ook gebruiken. Zo niet: dan ontstaat er onbalans en gaat het licht uit (zie waait de spanning van het net af?, Spanning 4/2013). Kolen- en kerncentrales zijn baseload vermogen, dat niet bijster geschikt is om de pieken en dalen van de wind- en PV-productie op te vangen. Gascentrales zijn al flexibeler, maar waterkracht is op het gebied van flexibiliteit top. En laten de Noren nu juist een overvloed aan waterkracht hebben.
Statkraft investeert met name buiten Noorwegen zwaar in windparken, waaronder een aandeel van 25% in een 2,4GW park op de Doggersbank
Met de commissie EZ van de Tweede Kamer bezochten we vanmiddag eerst NordPool, de spotmarkt voor elektriciteit in Scandinavië, de regio met de best geïntegreerde elektriciteitsmarkt van Europa. Een paar straten verderop in Oslo vind je het hoofdkwartier van Statkraft, de grootste producent van duurzame elektriciteit in Europa. In 2012 werd 97% van de productie van Statkraft opgewekt met waterkracht en (een beetje) wind.
NordPool is een beurs voor de korte termijn handel in elektriciteit, voor Scandinavië en de overige landen rond de Oostzee. Deze handel is van groot belang om de balans tussen vraag en aanbod zo efficiënt mogelijk te organiseren. Naarmate de variatie in vraag en aanbod toeneemt en de voorspelbaarheid afneemt wordt het interessanter om de marktintegratie over een groter gebied uit te breiden. Daarvoor heb je extra kabels nodig, om voorheen gescheiden markten met elkaar te verbinden. Iedereen is het inmiddels vergeten, maar tot 1965 was de elektriciteitsproductie in Nederland nog in handen van provinciale elektriciteitsbedrijven, die hun werkgebied (vrijwel) stand alone bedienden. Door het landelijk koppelnet werd een aanzienlijke efficiencyslag in de elektriciteitsvoorziening mogelijk. Op dit moment staan we aan het begin van een volgende integratieslag op NW-Europese schaal, die een sterke samenhang heeft met de nieuwe eisen die een meer duurzame energievoorziening aan het elektriciteitsnetwerk stelt.
Maar behalve kabels en leidingen heb je ook een transparante markt nodig voor systeemintegratie, en dat is het werkgebied van NordPool. Die zijn 20 jaar geleden (toen nog als Statnett Marked) begonnen te pionieren met een day-ahead spotmarkt, zes jaar later gevolgd door Elbas, een intraday spotmarkt, waar tot een uur voor levering nog in productiecapaciteit gehandeld kan worden. Hans Randen, directeur Europese integratie van NordPool, is groot voorstander van een fusie van NordPool met enkele andere regionale spotmarkten in NW-Europa, waaronder de APX. Ik denk dat hij dat goed ziet.
Randen denkt dat de spotmarkt in combinatie met slimme meters ook de condities creëert voor meer vraagsturing, ook door kleinere afnemers. Je kan de balans in het netwerk verzorgen aan de aanbodzijde, door productiecapaciteit bij- of af te schakelen. Maar vaak is het veel economischer om elektriciteitsvraag, die niet urgent is, even naar voren te halen of juist uit te stellen. Een voorbeeld zijn grote vrieshuizen. Als je die iets beter isoleert en voorziet van een koudebuffer kan je de koelmachines inschakelen op het moment dat je stroom in overvloed hebt. Bij de kleinverbruikers kan je hetzelfde doen met de wasmachine of de vaatwasser. Stel dat die een capaciteit van 1,5kW vragen als ze draaien, dan zijn 100.000 (vaat)wasmachines die je van afstand kan in- of uitschakelen goed voor 150MW regelvermogen. Ik vind de mening van Randen wel een steuntje in mijn rug, omdat de motie 31239-160 Jansen-Leegte vraagt om het ontwikkelen van een nieuw variabel elektriciteitstarief voor kleinverbruikers, waardoor die kunnen gaan profiteren van vraagsturing. Dat lijkt ons een potentiële killer-app voor de slimme meter, die nu alleen ‘slim’ is voor de netbeheerders en energiebedrijven.
Na NordPool gingen we op bezoek bij Statkraft, waar het gesprek vooral ging over de versterking van de verbindingen (interconnecties) tussen Noorwegen en de rest van Europa en het uitbouwen van de 10.800MW waterkrachtcentrales naar pomp-accumulatiecentrales, die zeer snel de variatie in duurzame elektriciteitsproductie met wind- en PV kunnen opvangen. Voor de Noren is interessant dat stroom bij plotselinge krapte veel duurder is dan op een moment dat het hard waait of de zon schijnt. De waterkrachtcentrales, die in het verleden vooral voor binnenlands gebruik gebouwd zijn, met een min of meer stabiele productie, staan steeds vaker stil om vervolgens tijdens piekuren op dubbel vermogen te draaien.
Het Groene-Batterij-Scenario is overigens een stuk minder straight forward dan ik hier nu beschrijf. Zie bijvoorbeeld het artikel ‘The political feasability of Norway as the green battery of Europe’, Anne Therese Gullberg/CICERO, Elsevier/2013. Maar ik denk toch dat de Noren, die de afgelopen twintig jaar rijk geworden zijn van fossiele brandstoffen, het straks nog eens dunnetjes over gaan doen met groene stroom!