“De Engelse autoriteiten waren zo ongerust over de risico’s van auto’s dat ze in 1865 verordonneerden dat iemand met een rode vlag voor deze zogenaamde weglocomotieven moest lopen.”
Jan Willem Nienhuys in The risks of radiation (bron: European Energy Review, 25 juli 2011)
Jan Willem Nienhuys is secretaris van de stichting Scepsis, die zich ten doel stelt om pseudowetenschappelijke beweringen te ontmaskeren
Nienhuys gebruikt het voorbeeld in een artikel over de risico’s van straling en de irrationele wijze waarop de bevolking -gevolgd door politici- met deze risico’s omgaan. De directe aanleiding is de tsunami in Japan, gevolgd door de nucleaire ramp in Fukushima, de Duitse Atomausstief en recent de nog veel opmerkelijker koerswijziging van de Franse regering.
Ik denk dat hij hiermee wel een punt maakt. Het is een bekend fenomeen dat eens in de tien jaar 100 doden met een vliegtuigongeluk groot nieuws is, terwijl iedere dag twee doden door auto-ongelukken goed is voor berichtjes in de marge van de krant. En over 1.000 doden per jaar door sluipmoordenaar asbest hoor je de media nog veel minder.
Waar Nienhuys te gemakkelijk overheen stapt is de schaal van een atoomramp. Het mag dan zo zijn dat het aantal doden per kilowattuur -vergeef me de cynische rekensom- veel lager is dan bij bv. kolencentrales (PJ: helemaal mee eens), maar als het misgaat komt de schade in een keer. De totale economische schade van Fukushima bedraagt volgens de huidige schatting meer dan 150 miljard euro. Dat kan de Japanse economie jarenlang ontwrichten. Hetzelfde geldt voor een hele regio die voor decennia ontruimd moet blijven. Mij lijkt dat je bij een fatsoenlijke risicoanalyse ook naar dat soort aspecten moet kijken.
Door dat niet te doen wekt Nienhuys de indruk van een dubbele agenda, waarmee hij afbreuk doet aan zijn terechte kritiek op irrationele debatten in het publieke domein.