Het halve woord van minister Bos

Agnes Kant heeft minister van Financien en PvdA-leider Bos afgelopen woensdag tijdens het spoeddebat over de uitverkoop van Essent meerdere malen gevraagd wat hij vond van de oproep van zijn partij om de aandelen Essent niet te verkopen. Bos zei letterlijk: “Als minister van Financiën vind ik daar niet zo veel van.” Dat is jammer, omdat zo’n oproep van de minister van Financien en vice-premier wellicht een stuk meer indruk zou maken op de provinciale en gemeentelijke bestuurders die nu met eurotekens in de ogen in polonaise door de provincie- en gemeentehuizen trekken.

Via zijn weblog blijkt hij echter een stuk beter te kunnen communiceren dan via de plenaire zaal in de Tweede Kamer.

Hij zegt daarop:

Gisteravond tot na middernacht in een debat over de verkoop van Essent gezeten. Lastig, want als rijksoverheid gaan we er uiteindelijk niet over wat gemeenten en provincies met hun aandelen doen. Maar ik heb er natuurlijk wel een mening over als PvdA-er.

Een mening die heel goed door Diederik Samsom als PvdA-woordvoerder onder woorden werd gebracht in het debat. Maar daar mag ik dan als Minister van Financiën in zo’n debat natuurlijk weer niet op in gaan. Een altijd wat vermoeiend rollenspel dat staatsrechtelijk onvermijdelijk is. Nou ja, de goede verstaander had volgens mij maar een half woord nodig.

Nu heb ik met mijn volle aandacht bij het debat gezeten en ben ik (volgens mij) best een goed verstaander, maar dat halve woord waarin hij zijn achterban oproept tot het niet verkopen van de aandelen Essent heb ik niet gehoord. Het nalezen van het verslag van het debat biedt ook weinig soelaas. Sterker nog, hij verwijst naar de mening van CDA-minister van der Hoeven en haar positie in het debat over de uitverkoop van de energiesector kennen we inmiddels wel.

Voor diegenen die interesse hebben in de woorden die zijn gewisseld tussen Agnes Kant en Wouter Bos, hieronder is de tekst afgedrukt.

Mevrouw Kant (SP):
Ik heb een vraag gesteld waarop ik nog heel graag een antwoord krijg. Die betreft de oproep op de site van de PvdA aan partijgenoten in staten en provincies om niet over te gaan tot uitverkoop van Essent. Ik ben heel benieuwd wat deze minister van Financiën daar inhoudelijk van vindt.

Minister Bos:
Als minister van Financiën vind ik daar niet zo veel van. Als u wilt weten wat de PvdA daarvan vindt, dan kunt u daar met de woordvoerder van de PvdA over in debat.

Mevrouw Kant (SP):
Maar u gaat mij toch niet vertellen dat u geen mening heeft over de uitverkoop van Essent en dat u geen opvatting heeft over de vraag of het wel of niet verstandig is dat te doen? Daar heeft u toch wel een mening over?

Minister Bos:
Natuurlijk heb ik die, maar ik sta hier als minister van Financiën. Dat heeft de voorzitter zo-even ook onder de aandacht gebracht. Als u wilt weten wat ik er van vind als PvdA’er dan moet u met de woordvoerder van de PvdA in gesprek.

Mevrouw Kant (SP):
Ik vraag u nu als minister van Financiën om uw mening. Dat is heel normaal hier in dit gebouw.

Minister Bos:
Als minister van Financiën is de mening op dit punt uitstekend onder woorden gebracht door de minister van Economische Zaken. Mevrouw Kant vraagt naar de bekende weg. Dat is een heel flauw spelletje. Ga zelf een keer regeren en je weet hoe je met dit soort rollen moet omgaan.

Mevrouw Kant (SP):
Wij kunnen wel heel flauw doen, maar ik stel gewoon de inhoudelijke vraag of de minister van Financiën verstandig vindt dat provincies en gemeenten Essent nu in de uitverkoop willen doen. Ik wil gewoon een inhoudelijk antwoord op die vraag. Als de minister dat onverstandig vindt — volgens mij is de lijn van het kabinet tot nu toe geweest dat het in ieder geval op dit moment onverstandig is — is mijn vraag wat hij bereid is om te ondernemen om ze daarvan te weerhouden. Zeg dan niet net zoals de minister van Economische Zaken dat het kabinet er niet over gaat, er niets aan kan doen en het besluit niet kan vernietigen …

De voorzitter:
Dat antwoord kennen wij al.

Mevrouw Kant (SP):
… want dan wil ik de minister er toch even op wijzen dat hij vond dat hij kon ingrijpen bij een provinciale bestuurder die zelf juridische stappen wilde nemen tegen Icesave. De minister vond het toen zelfs nodig om in te bellen in een televisieprogramma om deze meneer op zijn vingers te tikken. Er werd toen gevraagd of de minister het besluit zou vernietigen als zij het desalniettemin gingen doen. Zijn antwoord was toen “absoluut”.

Minister Bos:
Als minister van Financiën heb ik geen direct financieel belang bij de beslissing die provincies of gemeenten hier nemen. Ik ben het wel eens met de redenering die de minister van Economische Zaken heeft gegeven dat er ook geen redenen zijn om als minister van Financiën dat belang wel te nemen in deze zaak. Ik zeg met de minister van Economische Zaken dat hier talrijke publieke belangen aan de orde zijn, maar dat die conform het betoog van de heer Samsom beter gediend lijken te zijn bij het zoeken van een goede private partner dan bij het nationaliseren van wat op dit moment in deze discussie één energiebedrijf is, maar wat volgens de logica die de minister van Economische Zaken vanavond naar voren heeft gebracht, meteen zou moeten gelden voor alle andere energiebedrijven.

De voorzitter:
Mevrouw Kant, de regering spreekt met één mond. De minister heeft nu bevestigd wat de minster van Economische Zaken heeft gezegd. Dat moet toch helder zijn.

Mevrouw Kant (SP):
Zeker voorzitter, maar ik wil alleen de conclusie trekken dat de minister van Financiën …

De voorzitter:
Dat kunt u ook in uw tweede termijn doen.

Mevrouw Kant (SP):
… het dus niet eens is met de fractie van de Partij van de Arbeid in deze Kamer, die tegen de uitverkoop van Essent is. Deze minister van Financiën is dat dus niet.

Meer lezen?
Zie Dossier splitsing en privatisering energiebedrijven

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: