Onlangs stelde ik minister Van der Hoeven schriftelijke vragen over de waardebepaling van het netwerkdeel en het handels-/productiedeel van de publieke energiebedrijven die binnenkort -verplicht- gesplitst worden. De antwoorden kwamen vandaag binnen, maar gaan voorbij aan de essentie van de vragen.
Die essentie is dat de manipulatie van de waarde van de te splitsen onderdelen door de eigenaren (provincies en gemeenten) gebruikt kan worden om vermogen weg te sluizen uit de publieke poot: het netwerkbedrijf. Daarmee wordt een toekomstige verkoop van het handels-/productiebedrijf lucratiever.
Een discussie over de waardebepaling zal de meeste mensen niet zoveel zeggen, maar het gaat wel over groot geld. Je hebt het al snel over een paar honderd miljoen euro. Hoe lager de netwerkbedrijven gewaardeerd worden, des te eerder zal het noodzakelijk zijn om de transporttarieven te verhogen. Dan zouden u en ik de rekening gepresenteerd krijgen voor zo’n waardemanipulatie. Twee jaar geleden was er een soortgelijke discussie bij de splitsing van de Gasunie in GTS (netwerkbedrijf) en Gasterra (handelspoot).
Antwoorden d.d. 5 november 2007 op vragen van het lid Jansen over de gevolgen van de inwerkingtreding van het groepsverbod van energiebedrijven voor de kwaliteit van het netwerk van 12oktober 2007.
1. Hebt u kennisgenomen van het artikel ‘Prijs energienetten lastig te bepalen’ (NRC Handelsblad, 10 oktober 2007)?
Ja.
2. Wie bepaalt de waarde van het handels/productiebedrijf en het netwerkbedrijf ten tijde van de opsplitsing van het geïntegreerd energiebedrijf?
De waarde van het handels- en productiebedrijf en het netwerkbedrijf wordt door het energiebedrijf zelf bepaald binnen het kader van vennootschapsrechtelijke (af-)splitsingsregels voor rechtspersonen. Een belangrijke waarde-indicator voor de netbeheerder is de gereguleerde assetwaarde die de DTe gebruikt bij de vaststelling van de transporttarieven.
3 en 4. Onderschrijft u dat er ook publieke en consumentenbelangen in het geding zijn bij deze waardebepaling? Zo ja, welke instrumenten heeft u om in te grijpen in een eventuele bewuste of onbewuste onderwaardering van het netwerk?
Ja. Ik noem hierbij het belang van betrouwbare netten en beheerste tariefontwikkeling. In de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet is wat dat betreft voorzien in zowel doelmatigheids- als kwaliteitstoezicht door DTe. Door de inwerkingtreding van het groepsverbod ontstaat er straks een commercieel bedrijf met activiteiten als productie en levering enerzijds, en een netwerkbedrijf met als hoofdtaak het netbeheer anderzijds. De netbeheerder moet in staat blijven om ook na splitsing de betrouwbaarheid en veiligheid te borgen. De Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet bevatten strikte eisen om de publieke en consumentenbelangen te waarborgen. De netbeheerder dient aan alle eisen uit de Wet onafhankelijk netbeheer en de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet omtrent het netbeheer en het financieel netbeheer te voldoen. De eisen voor het financieel netbeheer zullen in een Algemene Maatregel van Bestuur nader worden omschreven. Die ga ik nog dit jaar gereed maken. Voorts dienen de bedrijven ieder jaar aan DTe het kwaliteits- en capaciteitsdocument te sturen, waarin zij aangeven hoe zij de kwaliteit van de netten borgen. DTe toetst deze plannen jaarlijks. Vooruitlopend op de splitsing dienen de netbeheerders op 1 juli 2008 te beschikken over de economische eigendom van de netten. Daarmee hebben zij de beschikking over de belangrijkste financieringsbron. Dit alles moet resulteren in een financieel gezonde netbeheerder en blijvende borging van de betrouwbaarheid na afsplitsing van de commerciële delen.
Maria J.A. van der Hoeven
