Vogelaar wacht met regels voor beloning corporatietop

Op 4 juli jl. stelde ik schriftelijke vragen over de beloning van directeur-bestuurders van woningcorporaties. Vandaag kwamen de antwoorden binnen. De Essentie: Minister Vogelaar vindt de onthutsende gegevens over 2005 onvoldoende reden om nu al in te grijpen. Zij wacht de gegevens over 2006 af. Maar dat geeft haar weinig uitstel om haar standpunt te bepalen: de beloningsgegevens 2006 zijn over twee weken beschikbaar en het rapport van de commissie Dijkstal wordt ook op korte termijn verwacht.

Vogelaar

minister Ella Vogelaar

antwoorden op de schriftelijke vragen van het lid Jansen (SP) over de beloning van bestuurders van woningcorporaties (vraagnummer 2060720230, ingezonden 6 juli 2007).

Vraag 1. Hebt u kennis genomen van de artikelen ‘Lijst beloningen corporaties niet openbaar’ en ‘Drie keer zoveel als Balkenende’ , kloppen de beschreven feiten over de hoogte van de salarissen van bestuurders en wat is uw inhoudelijke reactie hierop?
Ik heb de artikelen gelezen. De in de artikelen genoemde bedragen kloppen. Uit de gegevens over 2005 leid ik af dat sommige bestuursbeloningen ver uitstijgen boven de beloningsnormen die de sector zelf (in 2004) als maximaal redelijk heeft geformuleerd. Ik acht dat ongewenst.

Vraag 2 + vraag 3. Klopt de suggestie in de artikelen dat het onderzoek naar de beloningen van de corporatiedirecteuren over 2005 ‘al maanden klaar is’?
Zo ja, wat is de reden dat u dit onderzoek nog niet aan de Kamer heeft gezonden? Wilt u dit onderzoek zo snel als mogelijk aan de Kamer zenden?

Ik beschik over een overzicht van alle salarisgegevens van de bestuurders en toezichthouders van woningcorporaties over 2005. Oud-minister Dekker van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer heeft deze gegevens in 2006 opgevraagd om uw Kamer vertrouwelijk te kunnen informeren over de salarissen van bestuurders en toezichthouders in de corporatiesector. Ten behoeve van een beleidsmatige conclusie over deze ontwikkeling en besluitvorming over eventuele maatregelen die daaruit zouden moeten voortvloeien, achtten mijn ambtsvoorgangers het gewenst te kunnen beschikken over het advies van de commissie Dijkstal inzake de normering van salarissen in de semi-publieke sector en bij woningcorporaties. Dit advies werd oorspronkelijk eind 2006 verwacht, reden waarom de rapportage over het salarisbeeld in de corporatiesector over 2005 werd aangehouden. Inmiddels is bekend gemaakt dat het advies van de commissie Dijkstal eerst in het najaar van 2007 zal verschijnen.
Binnen mijn ministerie loopt op dit moment de verwerking van de salarisgegevens van de corporatiebestuurders en toezichthouders over 2006. De verwerking van deze gegevens zal naar verwachting half september afgerond zijn. Daarmee zal ik u inzicht kunnen geven in de meest actuele salarisgegevens in sector. Zodra ik dit beeld compleet heb zal ik u deze, zoals aan zowel uw Kamer als aan de corporatiesector is toegezegd, vertrouwelijk toesturen.

Vraag 4. Zo neen, hoe komt het dat het onderzoek na inmiddels twee ministerswisselingen nog steeds niet gereed is?
Zie mijn antwoord op vraag 3.

Vraag 5. Bent u bereid om – nu veel woningcorporaties zich niet storen aan de richtlijnen van de AedesCode/Governancecode – de publicatie van de bezoldiging van directeur-bestuurders verplicht te stellen, bijvoorbeeld op grond van het Besluit beheer sociale huursector (BBSH)?
Het is te vroeg om te concluderen dat woningcorporaties zich niet storen aan de Governancecode van Aedes. De artikelen in het NRC Handelsblad zijn immers gebaseerd op gegevens over 2005, terwijl de bepaling met betrekking tot openbaarmaking van de bezoldiging van corporatiebestuurders op grond van de Governancecode van Aedes pas op 1 januari 2007 van kracht is geworden. De jaarverslaggeving over het jaar 2007 zal duidelijk maken in hoeverre de Governancecode van Aedes wordt toegepast. Ik zie vooralsnog geen reden om openbaarmaking van de bestuurdersbezoldiging van woningcorporaties (in aanvulling op de verplichtingen in het BW en de WOPT) wettelijk vast te leggen.

Vraag 6. Welke maatregelen gaat u in lijn met de door de Kamer vastgestelde moties2 nemen om excessieve salarissen aan de top van de woningcorporaties aan te pakken?
Zoals aangegeven in de kabinetsreactie op de door u eerstgenoemde motie (TK 2005/06, 30 300, nr. 53) van het voormalig D’66 kamerlid Bakker c.s., is naar aanleiding van deze motie de Commissie Dijkstal gevraagd te adviseren over de mogelijkheden tot normering van inkomens in de diverse sectoren binnen het semi-publieke domein. Dit vanwege de complexiteit van het vraagstuk, gegeven onder meer de zelfstandigheid c.q. verzelfstandiging van sommige van de betrokken organisaties en de bestaande contractuele verhoudingen. Het advies van de commissie Dijkstal, dat aanvankelijk was voorzien te verschijnen in het najaar van 2006, wordt thans kort na het zomerreces van 2007 verwacht.
Bij motie TK 2005/06, 29 453, nr. 43, pleitten de leden Van Gent c.s. ervoor de maatregelen tot normering van salarissen zoals die voortvloeien uit dit advies ook toe te passen op de bestuurders en toezichthouders van woningcorporaties. In reactie hierop heeft toenmalig minister Dekker aangegeven, dat ook de woningcorporaties bij de adviesaanvraag en de besluitvorming naar aanleiding daarvan zijn betrokken. Zodra de inhoud van het advies van de commissie mij bekend is, zal ik mij, in kabinetsverband, nader beraden op de eventuele consequenties daarvan voor de woningcorporaties en u daarover nader berichten.

Meer lezen? Zie dossier beloning corporatietop

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: