TROS Radar besteedde vandaag aandacht aan de Utrechtse woningcorporatie Mitros, die haar huurders in de wijk Ondiep aan groot gevaar blootstelde door stokoude CV-ketels niet tijdig te vervangen. Bij metingen werden in woningen koolmonoxide-waarden tot 4000 PPM gemeten, terwijl boven 800 PPM de grens is voor een stookverbod.
De uitzending van Radar kan je alsnog online bekijken via hun internetsite, waarop ook meer achtergrondinformatie te vinden is.
Wat mij betreft moet er een APK komen voor oudere CV-ketels, waarbij jaarlijks de koolmonoxide en het ketelrendement gemeten wordt. De meeste ketels van 20 jaar oud zorgen voor een doorsnee huishouden voor zo’n 300 euro extra stookkosten per jaar ten opzichte van een moderne ketel. Ik schat dat alleen al bij woningen van corporaties nog 100.000 CV-ketels staan die ouder dan 15 jaar zijn. Maar ook veel eigen woningbezitters hebben nog een oude ketel zonder te beseffen welke risico’s ze lopen.
Merkwaardig is dat een ruime meerderheid van de Tweede Kamer in december 2004 juist uitsprak dat er géén APK voor gebouwen of gebouwdelen (bv. gasinstallaties) moet komen. Dat zou te bureaucratisch en duur zijn. Destijds waren alleen de SP en GroenLinks voor een APK. Maar na dit incident reken ik erop dat de animo is toegenomen.
Hieronder de schriftelijke vragen die ik hierover vanavond heb ingediend.
Vragen van het lid Jansen (SP) aan de ministers van EZ en VROM over gevaarlijke CV-installaties.
1.Heeft u kennis genomen van de berichtgeving van TROS Radar d.d. 15 januari 2007 over gevaarlijke CV-installaties?
2.Is het naar de mening van de minister van EZ acceptabel dat bij CV-installaties waarvoor een servicecontract is afgesloten met een gecertificeerd installatiebedrijf, ca. negen maanden na de laatste servicebeurt CO-waardes gemeten worden tot ver boven de stookverbodgrens van 800 PPM, zonder dat er sprake is van een calamiteit in de installatie dan wel een andere externe oorzaak?
3.Wat biedt de certificering van een installatiebedrijf de klant in concreto aan extra zekerheid met betrekking tot het product onderhoudscontract CV/combiketel? Wordt bij dergelijke bedrijven bijvoorbeeld steekproefgewijs de kwaliteit van het geleverde werk gecontroleerd?
4.Staat het aanbieders van servicecontracten vrij om al dan niet metingen van CO-gehalte en ketelrendement in het kader van de periodieke onderhoudsbeurt aan te bieden?Zo ja, bent u bereid om deze metingen omwille van de gezondheid en de portemonnee van de gebruiker/bewoner verplicht te stellen als onderdeel van servicecontracten?
5.Doet de inspectie VROM enig onderzoek naar de wijze waarop corporaties periodiek onderhoud aan CV-installaties plegen? Is de minister van VROM op de hoogte dat een aantal corporaties de onderhoudsfrequentie -in het verleden jaarlijks- heeft verlaagd?
6.Hoe kunnen huurders vervanging van verouderde ketels afdwingen? Kan deze procedure vereenvoudigd worden?
7.Beschikt de minister van VROM over gegevens met betrekking tot het aantal eigen woningbezitters dat een servicecontract heeft afgesloten voor zijn CV-installatie?
8.Is de minister van VROM bereid om steekproefgewijs een onderzoek te laten uitvoeren naar CO-emissies en ketelrendement bij gebouwen die ouder zijn dan 15 jaar, zodat kan worden vastgesteld of de in Utrecht gemeten waarden incidenteel zijn, dan wel op grote schaal voorkomen?