Risicomengpaneel laat veiligheids- en gezondheidseffecten bij verduurzaming zien

Bij een overleg met veiligheidsprofessor Ira Helsloot wees hij me deze week op het risicomengpaneel voor een veilige energietransitie. Het is een poging om de positieve en negatieve effecten op omgevingsrisico’s bij energietransitieprojecten op een objectieve manier in kaart te brengen. Het is een initiatief van het Bestuurlijk Overleg voor een Veilige Energietransitie in Nederland (BOVEN).

nieuw risico: brand bij elektrische auto’s (bron: brandveilig.com)

Op dit moment zitten de volgende technieken in het risicomengpaneel: windenergie, zonneenergie, biomassa, geothermie, waterstof en elektrisch laadstation. Bij een project kan ook een stapeling van technieken worden ingevoerd, bv. een aantal windturbines in combinatie met een zonneveld.

In het mengpaneel wordt na de invoering van de projectgegevens de risico “winst en verliesrekening” van een project getoond. Bij energietransitie ontstaan nieuwe risico’s – bv het risico dat de wiek van een windmolen afbreekt- maar er verdwijnen ook risico’s, die samenhangen met de fossiele productie die tegelijkertijd daalt. Veel mensen realiseren zich niet dat aan die kan risicowinst geboekt wordt.

Pikant detail van het mengpaneel is dat je een keuze kan maken voor de schaal waarop je de risico-effecten wil meenemen: lokaal, regionaal, nationaal of nationaal + buurlanden. Het is duidelijk dat de winst-verliesrekening verandert naarmate je een groter gebied meeneemt. Bij verduurzaming ontstaan ter plekke van het project nieuwe risico’s, terwijl de risico’s die wegvallen over een groter gebied neerslaan. Dat effect kan je laten zien door een project op meerdere schaalniveau’s door te rekenen.

Ik vind het een interessant initiatief, dat in de toekomst nog uitgebreid kan worden met nieuwe risico’s en andere energietransitieconcepten.

2 gedachten over “Risicomengpaneel laat veiligheids- en gezondheidseffecten bij verduurzaming zien”

  1. Dag Paul

    Heb er even naar gekeken maar Helsloot gebruikt helaas geheel onjuiste uitgangspunten om risico’s te schatten.

    1) Ze gaat uit van de oude rijksnormen windturbinebepalingen, die nimmer zijn gevalideerd en gekalibreerd met veldonderzoek voor grote windturbines en windparken.
    2) 10-6 contour gaat uit van directe dodelijke trefkans in plaats van volle risico effectbeadering te nemen als uitgangspunt, direct en indirect; namelijk er ontstaan bij windturbines domino effecten, gevolgen ( gewonden sterfte op termijn), die minstens even erg zijn als 1 directe dode. Derhalve is de 10-6 contour benadering met trefkans op dodelijk gevolg een farce.
    De STAB heeft in Windpark Delfzijl Zuid uitbreiding deze benadering al naar de prullenbak verwezen.
    RVS heeft dit zonder nadere wetenschappelijke studie niet overgenomen en laat het grote wetenschappelijke tekort zien bij dit instituut. In feite is het Internationaal gezien veel meer voor de hand liggend om een effectbenadering compleet uit te werken. Nu worden windturbines op onjuiste locaties te dicht op kwetsbare objecten en omgevingen geplaatst.
    3) Hanteren Lden contouren hebben dezelfde grote gebreken, indiceren niet op wetenschappelijke wijze de hinder, uitval, schade, effecten en volledige impact direct en indirect; tot op heden is nergens in Nederland met onafhankelijk wetenschappelijk medisch (veld)onderzoek de hinderincidentie, dosis, duur, effect en impact vastgesteld. Lden rekensystematiek, die we hanteren heeft geen causale relatie met de directe hinder en dus opzet van Helsloot is dus statistisch volledig methodologisch onjuist.
    Heb hier met de VU al een keer naar gekeken inzake Eefde-West, zij onderschrijven de onwetenschappelijke benadering van het rijk als het gaat van theoretisch berekenen van de hinder bij omwonenden. De volledige impact wordt door overheid nergens berekend en dus ook deze benadering is dus geen effectieve benadeing va het vraagstuk: hoe bepaal je de volledige set aan: risico’s, effecten, impact, gezondheids-effecten en dat zowel direct als indirect. Internationaal wetenschappelijk onderzoek laat zien dat je geheel andere dosis-effect relatie kunt ontwikkelen. Helaas loopt Nederlandse overheid er met een boog om heen.
    Ook nu in de lopende PLan-MER onderzoeken, door de o.a. geluidsberekening en haar (onzuivere) rekensystematiek in de NRD ten onrechte als gegeven te beschouwen. OOk dit dient conform Unierecht en SMB richtlijn met wetenschappelijk medisch multidisciplinair team onderzicht te worden en daarna herontwerpen.
    Je wil immers normen die tijdig effectief omwonenden beschermen ( alla rookmelder) en waarop eveneens vlot en effectief ter plaatse bij een omwonende kan worden gehandhaafd en probleem wegnemen. Helaas is handhaving bij mijn weten nog bij geen enkel groot probleemwindpark in Nederland effectief bestreden, Ook hier een papieren tijger die niet doet wat het moet doen: tijdig (indiceren) en effectief beschermen.
    4) Feitelijk zie ik opdracht voor de monitor, de hand van de minister of ministerie ( opdrachtgever ?) om met een vervolg op houtje touwtje normen benadering en op onwetenschappelijk wijze zaken in beeld te brengen; helaas hebben we daar nu genoeg foute voorbeelden in Nederland van gezien. Ook het recent gepresenteerde NIVEL onderzoek naar gezondheidseffecten omwonenden op basis van huisartsen is statistische en methodologisch zwaar onder de maat.
    5) Conclusie: prima om een monitor te ontwerpen voor lokale effecten, maar doe dit eerst eens met onafhankelijk wetenschappelijk medisch multidisciplinair team en met deugdelijk veldonderzoek, waarbij je de normstelling eerst eens gaat valideren ten opzichte van alle ( gewenste ) doelen. Eveneens het ontwerp test en evalueert en gaat valideren in het veld. Tot slot kun je op basis van virtuele (onbetrouwbare) getallen en door ontbreken van de causale verbanden nimmer de vergelijkingen maken, die Helsloot tracht in beeld te brengen. Er is dus een monitor gemaakt die overheden ernstig gaat misleiden en dat kan / mag het doel niet zijn.

    Like

  2. Dag Paul svp vorige kladversie vervangen door onderstaande. Drukte te vroeg op zendknop.

    In recente discussies met professor Ira Helsloot, een expert op het gebied van veiligheid, is het concept van een risicomengpaneel voor energietransitie ter sprake gekomen.
    Dit instrument streeft ernaar om de positieve en negatieve milieu-impact van energie transitieprojecten op een objectieve wijze te evalueren.

    Hoewel het idee van een dergelijk risicomengpaneel intrigerend is, zijn er significante uitdagingen verbonden aan de ontwikkeling ervan. Het ontwerp vereist een gedetailleerde en nauwkeurige benadering om de complexiteit van omgevingsrisico’s adequaat te representeren.

    Er rijzen echter vele bedenkingen bij de methodologische benaderingen die Helsloot hanteert, vooral met betrekking tot zijn risicoanalyse voor windenergieprojecten.
    Kritische evaluatie van zijn aanpak onthult enkele kernproblemen:

    a) Gebruik van Verouderde Normen: Helsloot baseert zich op oude rijksnormen voor windturbines, die niet zijn gevalideerd of gekalibreerd met veldonderzoek voor grootschalige windturbines en windparken. Dit gebrek aan validatie roept vragen op over de nauwkeurigheid, betrouwbaarheid en effectiviteit van deze normen.

    b) Onvolledige Risicobenadering: De 10-6 contourbenadering, die uitgaat van de kans op directe dodelijke ongevallen, negeert de bredere risico-impact, inclusief indirecte gevolgen zoals gewonden en langetermijneffecten. Het STAB (Stichting Advisering Bestuursrechtspraak) heeft kritiek geuit op deze beperkte benadering en pleit voor een meer omvattende risico-effectbenadering.

    c) Tekortkomingen in Geluidshindermetingen: De Lden-contouren, die gebruikt worden om geluidshinder te meten, geven geen accurate wetenschappelijke indicatie van de volledige impact van hinder.
    Er ontbreekt onafhankelijk wetenschappelijk medisch veldonderzoek in Nederland dat de hinderincidentie, dosis, duur, effect en impact grondig vaststelt voor de grote windturbines.

    d) Ontbreken van Onafhankelijke Beoordeling: De recente opdracht aan Helsloot vanuit de overheid en het gebruik van de Lden-methodiek in lopende Plan-MER onderzoeken roepen vragen op
    over de wetenschappelijke integriteit van deze benaderingen. In 2011 is door de toenmalige minister ook zonder kwaliteitsborging een geluidsnorm: Lden rekensystematiek politiek bepaald vanuit wens ( max wind op land) zonder deze te valideren; Erger ze wist de serieuze kritiek op deze norm en de grote gevolgen voor omwonenden lang genoeg weg te houden van de volksvertegenwoordiging.

    Conclusie: Voor het ontwerpen van een effectief risicomengpaneel is het essentieel om multidisciplinaire, onafhankelijke wetenschappelijke teams in te schakelen en veldonderzoek uit te voeren.
    Alleen zo kan een betrouwbare en valide beoordeling van de volledige set aan risico’s, effecten, en impact worden bereikt.
    Huidige benaderingen lijken onvoldoende om deze complexe vraagstukken adequaat aan te pakken.
    Laten we stoppen met nog meer onbetrouwbare modellen de wereld in te slingeren, die daarna in het beleid ongewenste gevolgen voor de samenleving genereren ( Zie Groningen, Toeslagen, enz).

    Like

Geef een reactie op Klaas Bron Reactie annuleren