Brandstof uit reststof agroindustrie

Twee van de manieren om de energievoorziening te verduurzamen zijn de omschakeling naar biomassa als brandstof voor elektriciteitsproductie en naar biobrandstoffen die gemaakt worden uit landbouwproducten. Inmiddels blijkt dat de import van biomassa (bv. palmolie), bio-ethanol (uit suikerriet) of biodiesel (uit o.m. sojaolie) uit ontwikkelingslanden grote nadelen heeft: verdringing van voedselproductie, aantasting ecosystemen, soms ook een lager all-in CO2 rendement dan beloofd.
De productie van biobrandstoffen uit binnenlandse reststromen lijkt deze nadelen niet te hebben. Vandaag was ik op bezoek bij Nedalco in Sas van Gent, die bioethanol willen gaan maken uit een reststof van de zetmeelindustrie.

Cargill
De mais- en tarwereststoffen van Cargill kunnen straks door Nedalco nuttig gebruikt worden voor ethanolproductie

Nedalco is een dochterbedrijf van Cosun, de voormalige Suikerunie. Ze zijn gespecialiseerd in de vervaardiging van alcohol, zowel voor de consumptie in alcoholische dranken als voor medische en technische toepassingen. Sinds kort beschikt het bedrijf over een patent voor een nieuw supergist, dat in staat is om uit houtachtige reststoffen bio-ethanol (=iets minder zuivere alcohol) te maken. In Sas van Gent staat een zetmeelfabriek van Sas van Gent, die als bijproduct precies de reststof oplevert waar Nedalco mee aan de slag kan.

Zo kan er 400.000 hectoliter brandstof per jaar gemaakt worden, vergelijkbaar met ongeveer 2% van het Nederlandse benzineverbruik. Een slim staaltje productontwikkeling, dat ook goed aansluit bij de bestaande infrastructuur van de Nederlandse agro-industrie.

Plaats een reactie