De wettelijke regeling om als medebewoner van een huurwoning officieel medehuurder te worden rammelt. Medehuurder betekent dat je deelt in alle rechten en plichten van de huurder. Een belangrijk gevolg is dat een medehuurder bij het overlijden van de huurder in diens plaats treedt.
Het verkrijgen van het medehuurderschap is geregeld in de artikelen 266 t/m 268 van Boek 7 Burgerlijk Wetboek. Daarin staat dat de echtgenoot of geregistreerd partner automatisch medehuurder wordt. Voor een niet-geregistreerd partner, ook al is er sprake van kinderen, geldt dat niet. Evenmin voor kinderen, ook al wonen ze al 40 jaar in de woning en ook al zijn ze gaan inwonen bij hun ouders om ze te verzorgen bij ziekte. In al die gevallen moet je het medehuurderschap aanvragen bij de verhuurder. Als die niet instemt, moet je naar de rechter toe, met het risico dat die de vordering afwijst.
De Utrechtse advocaat Gerard Scholten heeft in het blad Praktisch Procederen 2007/2 een uitstekende analyse gepubliceerd van de gebreken van de bestaande regeling. Ik heb hierover vandaag schriftelijke vragen gesteld aan de ministers van Wonen, Wijken en Integratie en Justitie. Mijn inzet is dat de rammelende artikelen van het BW aangepast worden.
