Tussen 2018 en 2023 is het aantal kinderen zonder zwemdiploma gegroeid van 6% naar 13% bericht het NOS Journaal, naar aanleiding van een onderzoek van het Mulier instituut. Ik moest direct denken aan mijn eerste initiatiefvoorstel ‘Schoolzwemmen: kopje onder?’ in Provinciale Staten, in juni 1996.

Sinds enige tijd zit ik weer met enige regelmaat langs de kant in het zwembad, tijdens de zwemles van een van mijn kleinkinderen. Pure nostalgie natuurlijk. Maar ook een moment waarop je je realiseert hoe duur en inefficiënt het individuele zwemonderwijs is ten opzichte van het schoolzwemmen, dat inmiddels in de meeste Nederlandse gemeenten is afgeschaft. De hoge tarieven, de op-en-neer-rijdende-auto’s, het gebruik van een zwembad in primetime: wie heeft er ooit bedacht dat dat handiger is?
Toen ik in 1995 gekozen werd in Provinciale Staten Utrecht was een van de eerste onderwerpen waarmee ik aan de slag ging het schoolzwemmen. Via SP-afdelingen in de regio hoorde ik dat in steeds meer gemeenten stemmen opgingen om daarmee te stoppen. Het zou te duur worden en steeds meer kinderen hadden al een diploma als de zwemlessen in groep 5 van de basisschool startten. Geen woord erover dat de kosten bij individuele zwemlessen nog veel hoger zijn, dat groep 2 het natuurlijke moment is om met schoolzwemmen te starten en dat schoolzwemmen ook een van de hoekstenen van goed sportonderwijs is.
In juni 1996 bood ik ons initiatiefvoorstel ‘Schoolzwemmen: kopje onder’ aan PvdA-gedeputeerde Thea Poortenaar aan. We hadden voor 36 van de 38 Utrechtse gemeenten de situatie geinventariseerd. Daarbij bleek dat de kosten per leerling sterk uiteen liepen, dat er volop verbeterpotentieel was, maar dat desondanks een flink aantal gemeenten wilden stoppen. Een mooie kans om je als provincie op de kaart te zetten door gemeenten te helpen om zaken wat slimmer aan te pakken. Toch?
Volgens de gedeputeerde was enige bemoeienis van de provincie om de achteruitgang te stuiten echter niet aan de orde: “wij hebben hier geen wettelijke taak”. Als statenlid was mijn ervaring dat de provincie zich volop bezig hield met niet-wettelijke taken die bij gedeputeerden in de smaak vielen. Maar een overweldigende meerderheid van de fracties was het met Poortenaar eens. Zelfs een stimuleringsregeling zat er niet in.
Natuurlijk zal de terugloop van het aantal kinderen met zwemdiploma na 2018 ook wel iets te maken hebben met de lesuitval door Covid-19 en de nasleep daarvan. Maar het zou zo maar kunnen dat de terugtrekkende overheid de eerste nagel aan de doodskist was.