Geluksprofessor: goede ambtenaren voorspeller gelukkige bevolking

Prachtig interview met Ruut Veenhoven in de Volkskrant (2 september). Ik ben fan van Veenhoven sinds ik in 2007 een boekje met de tekst van zijn afscheidscollege toegestuurd kreeg. Inmiddels is hij 16 jaar met “pensioen”, maar werkt nog steeds 50 uur per week: “Ik maak geen grote reizen meer. Spannende tochten over hoge bergtoppen zitten er niet meer in, maar ik heb gemerkt dat lekker wetenschappen ook prima is. Dat brengt ook veel geluk”. Zo is het.

Ruut Veenhoven (met dank aan: Knack)

Een interessante passage in het interview gaat over ambtenaren: “Goede ambtenaren blijken zelfs een belangrijker voorspeller van geluk dan welvaart. Als je in een land leeft met goed opgeleide ambtenaren die niet corrupt zijn, dan levert dat een voorspelbare omgeving op. Daarin kunnen mensen beter hun eigen keuzen maken”. Dat argument heb ik vele malen in debatten over deregulering gebruikt. Mij viel ook op dat landen die hoog scoren op de wereldwijde geluksladder vrijwel zonder uitzonder een stevige overheid met véél regeltjes hebben. Die regels zijn niet ontstaan om de inwoners te treiteren, maar juist om collectieve belangen te beschermen waar mensen gelukkiger van worden. Dat sommige regels niet zo handig geformuleerd -of verouderd- zijn is geen reden om ze af te schaffen, maar om ze te verbeteren en actualiseren. Zo is de marginalisering van het landelijk ruimtelijk beleid volgens mij een aanslag op het geluk van iedereen die een leuke fietstocht of wandeling wil maken.

Nederland staat trouwens 15 op de wereldwijde ladder, onze inwoners geven een rapportcijfer van 7,6 op de vraag “Alles bij elkaar genomen, hoeveel voldoening schept u in het leven dat u leidt?”. Op school wordt dat afgerond naar 8 en ben je zeer tevreden over je prestatie.

Veenhoven deed ook onderzoek naar de relatie tussen inkomens(on)gelijkheid en geluk: “Ik heb als beginnend onderzoeker de inkomensongelijkheid in landen vergeleken met de mate van geluk. Toen bleek dat er geen verband was. In landen met een grotere inkomensongelijkheid waren mensen niet persé ongelukkiger. (…) Inmiddels kun je de data beter uitsplitsen naar regio en blijkt dat het verschikt per situatie. In opkomende economieën kan inkomensongelijkheid juist een boost aan geluk geven.” Hoe werk dat in onze samenleving? “Daar zie je een licht negatief effect van inkomensongelijkheid. Het is niet leuker als de auto van de buren groter is dan de jouwe. De rijke bovenlaag in een land weet zaken bovendien vaak beter in eigen voordeel te regelen dan de armlastige onderklasse”.

De wet van de afnemende meeropbrengst geldt ook voor inkomens. Op de 20% laagste inkomens na kunnen we de stijging van ons BNP beter inzetten om de collectieve problemen van morgen op te lossen, in plaats van deze te besteden aan nog meer korte termijn consumptie. Te beginnen met de rijkste 10% Nederlanders, die leiden aan consumptief overgewicht. Want ik blijf voorstander van kleinere inkomensverschillen…

Plaats een reactie