Blue energy is een verzamelnaam voor elektriciteitsproductie uit water. De bekendste vorm is de waterkrachtcentrale die door middel van een stuwdam het hoogteverschil in bergachtige gebieden benut om stroom te maken. Maar er zijn veel meer mogelijkheden.

wordt de afsluitdijk straks ook een elektriciteitscentrale?
In Frankrijk is veertig jaar geleden in Bretagne de getijdencentrale van Rance aangelegd, die gebruik maakt van het relatief grote verschil in waterniveau tussen eb en vloed.

De getijdecentrale van Rance is gebouwd in een natuurlijke inham in de Bretonse kust bij de monding van het gelijknamige riviertje.
De piekcapaciteit is 320 megawatt. De feitelijke capaciteit ligt een stuk lager, omdat de centrale maar enkele uren per dag zijn piekvermogen kan leveren. In Nederland wordt op dit moment bekeken of de renovatie van de afsluitdijk gecombineerd kan worden met het gebruik van getijde-energie. Ook bij het Grevelingenmeer wordt bekeken of getijde-energie een optie is. Gezien het beperkte eb en vloed verschil ter plekke lijkt dat project me niet al te kansrijk.
Bij een volgende mogelijkheid, nu al toegepast in zogenaamde piekcentrales in onder meer Noorwegen, België, Duitsland en Luxemburg, wordt in periode waar de elektriciteitsvraag laag is, water omhoog gepompt naar een reservoir. In tijden van grote vraag laat je het reservoir weer leeg lopen. Feitelijk kóst dit proces energie, want zowel bij het omhoog pompen als bij het leeglopen gaat energie verloren. Maar het voordeel is dat je minder dure fossiele energiecentrales hoeft te bouwen. De techniek is ook goed te gebruiken om windenergie of fotovoltaische zonneenergie tijdelijk op te slaan.
Het meest efficiënt is de techniek toe te passen als er een flink natuurlijk hoogteverschil beschikbaar is. Helaas is dat in Nederland niet het geval. Toch wordt er ook hier nijver gespeurd naar mogelijkheden. In Limburg loopt er een onderzoek naar een OPAC-centrale. Het hoogteverschil wordt daar niet gezocht “tegen de berg op”, maar de grond in. Dat kan, maar ik denk dat deze aanpak kostprijstechnisch niet is opgewassen tegen de alternatieven in het buitenland die gebruik maken van een natuurlijk hoogteverschil. Dit is een typisch voorbeeld waar samenwerken over de grens lucratiever is dan alles op eigen houtje regelen.
Kansrijker lijkt me het Lievense-eiland (zou ook in het IJsselmeer kunnen worden aangelegd), dat uitgaat van een hoogteverschil van een meter of twintig, dat gecreëerd wordt door een mix van windmolens en goedkope nachtstroom van fossiele elektriciteitscentrales. Maar ook hier zal nog moeten blijken of het financiëel uit kan.
Zeer kansrijke technieken, die inmiddels in hoog tempo oprukken in de glastuinbouw, zijn geothermie en warmte-koudeopslag, die water alleen gebruiken als opslag en transportmedium tussen de ondergrond en een nuttige toepassing boven de grond. Ook het mijnwaterproject in Zuidoost Limburg is een toepassing van geothermische energie.

Soms ligt de gratis energie voor het oprapen. In IJsland is het gebruik van geothermische bronnen niets bijzonders.
Dan zijn er mogelijkheden om elektriciteit te maken uit vuil water. Steeds meer rioolwaterzuiveringen van de waterschappen vergisten hun zuiveringsslib. Daarbij komt methaan vrij, dat je kan opwerken tot groen gas of via een warmtekrachtinstallatie kan omzetten in elektriciteit en warmte. Hetzelfde proces kan gebruikt worden bij industriëel afvalwater met een hoog gehalte aan organische stoffen.
Een zeer geavanceerde techniek heet reversed electro dialysis (RED), hij maakt gebruik van het spanningsverschil op het grensvlak tussen zoet en zout water. De Leeuwarder onderzoeksinstelling Wetsus, die zich richt op duurzame watertechnologie, heeft plannen om binnenkort een kleine proefinstallatie te gaan inbouwen in de afsluitdijk. Interessant, maar ook bij deze techniek geldt dat het in het gunstigste geval nog twintig jaar zal duren eer hij op commerciële schaal inzetbaar is. Wie bezig is met R&D heeft lange adem nodig!