Afgelopen maandag ben ik met vier collega’s van PvdA en CDA op bezoek geweest bij de Belastingdienst. Het werkbezoek werd op verzoek van mij en Staf Depla gehouden, omdat er bij eerdere debatten over de uitvoering van de huur- en zorgtoeslag nog twijfels bleven bestaan of het lek nu ècht boven is.
Mensen die afhankelijk zijn van huurtoeslag, zorgtoeslag of kinderopvangtoeslag worden nog veel te vaak geconfronteerd met de schaduwzijde van de bureaucratie: te lange wachttijden, verkeerde bedragen, wijzigingen die niet goed verwerkt worden en ga zomaar door. De problemen ontstonden door de overhaaste invoering -om politieke redenen- per 1 januari 2006. De Belastingdienst was nauwelijks voorbereid op zo’n megaoperatie: het gaat om ongeveer zes miljoen aanvragen per jaar.
De directeur Belastingdienst herhaalde haar eerdere uitspraak bij het algemeen overleg over de toeslagen, dat het grootste probleem ligt in de automatisering: de Belastingdienst heeft geprobeerd om alle uitzonderingen in de toeslagenwet méé te automatiseren, daardoor is het systeem veel te complex geworden. Inmiddels is besloten om het hele systeem overnieuw te bouwen, dat gaat twee jaar duren.
Tot die tijd wordt geprobeerd om de belangrijkste minpunten in het bestaande systeem op te lossen. Zo is het sinds kort mogelijk om een overzicht te krijgen van aanvragen die ergens zijn vastgelopen in het systeem, bv. omdat een noodzakelijk gegeven ontbreekt. Voor deze mensen gaat de Belastingdienst speciale spreekuren organiseren in het land, waarna ze met spoed afgehandeld worden. Dat lijkt me een verbetering. Ik heb er trouwens voor gepleit om op termijn weer mogelijk te maken om aanvragen af te handelen en mutaties door te voeren via de woningcorporaties en de gemeenten. Die kennen de praktijk beter en kunnen samen met de aanvrager vaak snel vaststellen wat er mis is.
De uitvoering van de toeslagen blijkt op een aantal punten ook bemoeilijkt te worden door externe oorzaken. Zo is nog steeds niet geregeld dat de datum van de jaarlijkse huurverhoging (nu 1 juli) gelijk wordt getrokken met de datum van het belastingjaar (1 januari). Dat zou voor de Belastingdienst een miljoen mutaties per jaar schelen, en daarmee ook een miljoen kansen op extra fouten.
Een ander probleem zijn de wijzigingen: mensen bellen de Belastingdienst als ze verhuizen of de samenstelling van het gezin verandert, maar de Belastingdienst mag daar niets mee doen. Dit soort wijzigingen moeten volgens de wet -in persoon- worden doorgegeven bij de afdeling burgerzaken van de gemeente waar je woont. Dat is niet zo handig, wat mij betreft zou de Belastingdienst de mogelijkheid moeten krijgen om zelf mutaties aan te melden bij de gemeentelijke basis administratie.
Op dit soort punten kan de Tweede Kamer ook nog wel wat doen om de foutkans bij de afhandeling van toeslagen te verkleinen. Ik zal er bij het kennismakingsdebat met minister Vogelaar op aandringen dat zij dit soort hinderlijke bureaucratie snel opruimt.