Publicatieplicht jaarverslagen ontdoken

70% van de Nederlandse bedrijven houdt zich niet aan de verplichting om hun jaarverslag binnen 13 maanden te publiceren. Na twee jaar ligt het percentage nog onder de 90%. Sommige bedrijven.zoals Zeeman en C&A, komen er ronduit voor uit dat ze om commerciële redenen de wet ontduiken. Dat blijkt uit onderzoek van de Radboud Universiteit Nijmegen. Merkwaardig genoeg heeft de opdrachtgever, het ministerie van Economische Zaken, nog niets met de conclusies gedaan.

jaarverslag RUN

jaarverslag Radboud Universiteit: op tijd gepubliceerd…

De onderzoekers Bas de Jonge en Marco Nieuw Weme keken ook hoe in het buitenland de publicatieplicht wordt nageleefd. In Groot Brittanië en Denemarken loopt dat prima, omdat er een lik-op-stuk beleid gevoerd wordt, met een bestuurlijke boete bij te late inlevering. In Nederland kan alleen de rechter een sanctie opleggen en dat blijkt in de praktijk een papieren tijger, omdat de prioriteiten bij justitie anders liggen.

Het publiceren van jaarverslagen is belangrijk, omdat dit een vorm van maatschappelijke controle op het doen en laten van organisaties mogelijk maakt. In 2005 ontdekte ik bij een onderzoek naar de beloning van corporatiedirecteuren dat ook veel woningcorporaties hun publicatieplicht niet nakomen. Zie het rapport ‘Een mooi loon voor een mooie baan’, dat je hier kan downloaden. Hierna is het toezicht van VROM op dit punt aangescherpt.

Over de publicatieplicht van bedrijven heb ik inmiddels samen met Sharon Gesthuizen vragen gesteld aan minister Wijn van Economische Zaken. Wat mij betreft worden de aanbevelingen van de RUN zo snel mogelijk overgenomen.

Vragen dd 19 januari 2007 van de leden Jansen en Gesthuizen (SP) aan de minister van Economische Zaken over sancties tegen bedrijven die hun jaarrekening niet ter inzage leggen.

1. Heeft u kennis genomen van het artikel ‘Geen sancties op het niet openbaren van jaarcijfers’  [Financieele Dagblad, vrijdag 19 januari 2007]?

2. Wat is uw reactie op de aanbevelingen van het rapport van het Radboudinstituut van de universiteit van Nijmegen?

Plaats een reactie